Overzicht
Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...
- complacer:
-
Wiktionary:
- complacer → behagen
- complacer → bevallen, behagen, voldoen, aanstaan, zinnen, bevredigen, paaien, tegemoetkomen aan, tevreden stellen
Spaans
Uitgebreide vertaling voor complacer (Spaans) in het Nederlands
complacer:
-
complacer (alegrar; dar gusto)
verheugd; verblijden; plezieren; in verrukking brengen; blij maken; verrukken-
verheugd werkwoord
-
in verrukking brengen werkwoord (breng in verrukking, brengt in verrukking, bracht in verrukking, brachten in verrukking, in verrukking gebracht)
-
-
complacer (acceder a; echar; prestar; entregar; otorgar; verter; conceder; proporcionar; suministrar; accedido; dar importancia a; conferir; no envidiar; obsequiar con; dar; servir; regalar; ahorrar; darse; facilitar; admitir; consentir; perdonar; adjudicar; donar; cumplir con; asentir a; prestar ayuda)
-
complacer (satisfacer; dar satisfacción; contentar; aplacar)
tevreden stellen; vergenoegen-
tevreden stellen werkwoord (stel tevreden, stelt tevreden, stelde tevreden, stelden tevreden, tevreden gesteld)
-
Conjugations for complacer:
presente
- complazco
- complaces
- complace
- complacemos
- complacéis
- complacen
imperfecto
- complacía
- complacías
- complacía
- complacíamos
- complacíais
- complacían
indefinido
- complací
- complaciste
- complació
- complacimos
- complacisteis
- complacieron
fut. de ind.
- complaceré
- complacerás
- complacerá
- complaceremos
- complaceréis
- complacerán
condic.
- complacería
- complacerías
- complacería
- complaceríamos
- complaceríais
- complacerían
pres. de subj.
- que complazca
- que complazcas
- que complazca
- que complazcamos
- que complazcáis
- que complazcan
imp. de subj.
- que complaciera
- que complacieras
- que complaciera
- que complaciéramos
- que complacierais
- que complacieran
miscelánea
- ¡complace!
- ¡complaced!
- ¡no complazcas!
- ¡no complazcáis!
- complacido
- complaciendo
1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes
Vertaal Matrix voor complacer:
Synoniemen voor "complacer":
Wiktionary: complacer
complacer
Cross Translation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• complacer | → bevallen; behagen | ↔ delight — to give pleasure to |
• complacer | → voldoen | ↔ entsprechen — (mit Dativ) die Anforderungen oder Wunsch erfüllen |
• complacer | → aanstaan; behagen; bevallen; zinnen | ↔ plaire — Agréer, être agréable (Sens général) |
• complacer | → bevredigen; paaien; tegemoetkomen aan; tevreden stellen; voldoen | ↔ satisfaire — Traductions à trier suivant le sens |