Spaans

Uitgebreide vertaling voor clientes (Spaans) in het Nederlands

clientes:

clientes [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el clientes (visitas; círculo de clientes; clientela)
    de klanten; de bezoekers
    • klanten [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • bezoekers [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
  2. el clientes (clientela; círculo de clientes)
    de clientèle; de klantenkring; de klandizie; de klanten
  3. el clientes (C; cuentas por cobrar; ctas. por cobrar)
    de klanten; Klanten

Vertaal Matrix voor clientes:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bezoekers clientela; clientes; círculo de clientes; visitas
clientèle clientela; clientes; círculo de clientes clientela
klandizie clientela; clientes; círculo de clientes comercio; mercancía; negocios
klanten C; clientela; clientes; ctas. por cobrar; cuentas por cobrar; círculo de clientes; visitas cliente
klantenkring clientela; clientes; círculo de clientes clientela
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
Klanten C; clientes; ctas. por cobrar; cuentas por cobrar

Verwante woorden van "clientes":


clientes vorm van cliente:

cliente [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el cliente (comprador; parroquiana; parroquiano)
    de klant; de cliënt; de afnemer; de koper
    • klant [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • cliënt [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • afnemer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • koper [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. el cliente (principal)
    de opdrachtgevers

cliente [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la cliente
    de klanten
    • klanten [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

cliente

  1. cliente (equipo cliente)
  2. cliente
  3. cliente
    de klant
    • klant [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor cliente:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afnemer cliente; comprador; parroquiana; parroquiano
cliënt cliente; comprador; parroquiana; parroquiano
klant cliente; comprador; parroquiana; parroquiano
klanten cliente C; clientela; clientes; ctas. por cobrar; cuentas por cobrar; círculo de clientes; visitas
koper cliente; comprador; parroquiana; parroquiano chamarilero; cobre; cobre puro; cobre rojo; comprador; compradora; prendero
opdrachtgevers cliente; principal
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
client cliente; equipo cliente
clientcomputer cliente; equipo cliente

Verwante woorden van "cliente":


Wiktionary: cliente

cliente
noun
  1. individueel persoon of rechtspersoon die goederen of diensten opkoopt
  2. afnemer van een product of dienst van een leverancier

Cross Translation:
FromToVia
cliente koper; aankoper; klant; inkoper buyer — person who makes purchases
cliente klant; cliënt client — a customer or receiver of services
cliente client client — computing: the role of a computer application or system
cliente klant; cliënt client — person who receives help or advice from a professional person
cliente klant customer — one who purchases or receives a product or service
cliente gast Gast — Person, die unentgeltlich oder gegen Entgelt beherbergen, bewirten oder befördern wirdWikipedia|Gast
cliente klant Kunde — jemand, der bei einem bestimmten Geschäft einkauft, ist dessen Kunde; der Käufer einer Ware; derjenige, der eine Dienstleistung in Anspruch nimmt; jeder, der für etwas zahlt (auch wenn die Leistung an einen Dritten geht)
cliente inkoper; opkoper; afnemer; klant; koper acheteur — Celui, celle qui acheter.
cliente verkrijger; afnemer; klant; koper; koopster acquéreur — Celui qui acquérir. Se dit surtout de celui qui acquiert des biens immobiliers.
cliente afnemer; cliënt; klant client — (histoire) Romain qui se placer sous le patronage d’un citoyen noble ou puissant.

Verwante vertalingen van clientes