Claridad in het Nederlands vertaald uit het Spaans

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

claridad:
- helderheid; duidelijkheid; begrijpelijkheid; klaarheid; gloed; glans; lichtsterkte; verstaanbaarheid
Wiktionary:
- claridad → duidelijkheid, helderheid
- claridad → helderheid, klaarheid

Spaans

Uitgebreide vertaling voor claridad (Spaans) in het Nederlands

la claridad (inteligibilidad; evidencia)
de helderheid; de duidelijkheid; de begrijpelijkheid; de klaarheid
- helderheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- duidelijkheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- begrijpelijkheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- klaarheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
la claridad (resplandor; lúcidez; brillo; lumbre; iluminación; serenidad; pureza; limpidez)
de gloed; de glans
- gloed [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- glans [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
la claridad (intensidad luminosa; claro; luz; lámpara; iluminación; transparencia; lumbre; abertura máxima del diafragma)
de helderheid; de lichtsterkte; de klaarheid
- helderheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- lichtsterkte [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- klaarheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
la claridad (entendimiento)
de verstaanbaarheid
- verstaanbaarheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
begrijpelijkheid	claridad; evidencia; inteligibilidad
duidelijkheid	claridad; evidencia; inteligibilidad
glans	brillo; claridad; iluminación; limpidez; lumbre; lúcidez; pureza; resplandor; serenidad	adorno; boato; brillantez; brillo; destello; esplendor; fastuosidad; glande; gloria; lustre; ostentación; pompa; resplandor
gloed	brillo; claridad; iluminación; limpidez; lumbre; lúcidez; pureza; resplandor; serenidad	ardor; brillo; brío; calor; efecto de iluminado; entusiasmo; garbo; iluminado; iluminado exterior; pasión; resplandor; ímpetu
helderheid	abertura máxima del diafragma; claridad; claro; evidencia; iluminación; inteligibilidad; intensidad luminosa; lumbre; luz; lámpara; transparencia	brillo; luminancia; luminosidad
klaarheid	abertura máxima del diafragma; claridad; claro; evidencia; iluminación; inteligibilidad; intensidad luminosa; lumbre; luz; lámpara; transparencia
lichtsterkte	abertura máxima del diafragma; claridad; claro; iluminación; intensidad luminosa; lumbre; luz; lámpara; transparencia
verstaanbaarheid	claridad; entendimiento

claridad

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• claridad	→ helderheid; klaarheid	↔ clarity — the state or measure of being clear