Spaans

Uitgebreide vertaling voor cinturones (Spaans) in het Nederlands

cinturones:

cinturones [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el cinturones (cinta de pantalón; banda; cintura; )
    de gordelriem

Vertaal Matrix voor cinturones:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gordelriem banda; cinta de pantalón; cinto; cintura; cinturones; cinturón; correa

Verwante woorden van "cinturones":


cinturones vorm van cinturón:

cinturón [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el cinturón
    de ceintuur; de gordel; de riem
    • ceintuur [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • gordel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • riem [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. el cinturón
    de heupgordel; draagband om de heup
  3. el cinturón (cinto)
    de riem; de gordel
    • riem [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • gordel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  4. el cinturón (cinto)
    de teugel; de lijn; de riem; de lei
    • teugel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • lijn [de ~] zelfstandig naamwoord
    • riem [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • lei [de ~] zelfstandig naamwoord
  5. el cinturón (correa)
    de broekriem
  6. el cinturón (barriguera)
    sluitband
  7. el cinturón (cinta de pantalón; banda; cinto; cintura; correa)
    de broekband
  8. el cinturón (cinta de pantalón; banda; cintura; )
    de gordelriem
  9. el cinturón (carretera de circunvalación; carretera periférica; circunvalación; camino de ronda; línea de circunvalación)
    de ringbaan; de ringweg; rondweg
    • ringbaan [de ~] zelfstandig naamwoord
    • ringweg [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • rondweg [znw.] zelfstandig naamwoord
  10. el cinturón (carretera de circunvalación; línea de circunvalación)
    de ringlijn; ringspoorweg

Vertaal Matrix voor cinturón:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
broekband banda; cinta de pantalón; cinto; cintura; cinturón; correa
broekriem cinturón; correa
ceintuur cinturón
draagband om de heup cinturón
gordel cinto; cinturón comarca; fortificación; región; territorio; zona
gordelriem banda; cinta de pantalón; cinto; cintura; cinturones; cinturón; correa
heupgordel cinturón
lei cinto; cinturón brida; pizarra; trailla
lijn cinto; cinturón arruga; límite; línea; raya
riem cinto; cinturón remo
ringbaan camino de ronda; carretera de circunvalación; carretera periférica; cinturón; circunvalación; línea de circunvalación
ringlijn carretera de circunvalación; cinturón; línea de circunvalación línea de circunvalación
ringspoorweg carretera de circunvalación; cinturón; línea de circunvalación
ringweg camino de ronda; carretera de circunvalación; carretera periférica; cinturón; circunvalación; línea de circunvalación
rondweg camino de ronda; carretera de circunvalación; carretera periférica; cinturón; circunvalación; línea de circunvalación carretera de circunvalación; vía de circunvalación
sluitband barriguera; cinturón
teugel cinto; cinturón brida; rienda

Verwante woorden van "cinturón":


Wiktionary: cinturón

cinturón
noun
  1. een band die om het middel gedragen wordt
  2. draagriem, vooral om een sabel, bajonet enz. aan te dragen
  3. een band van leer of een ander materiaal

Cross Translation:
FromToVia
cinturón ceintuur; broeksband; riem; gordel belt — band worn around the waist
cinturón gordel; riem; veiligheidsgordel belt — band used for safety purposes
cinturón riem ceinture — Ruban dont on se ceint le milieu du corps