Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. chiste:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor chiste (Spaans) in het Nederlands

chiste:

chiste [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el chiste
    de grap; de bak; de mop
    • grap [de ~] zelfstandig naamwoord
    • bak [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • mop [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. el chiste
    de gimmick
    • gimmick [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  3. el chiste (agudeza; ocurrencia; payasada)
    de canard; de kwinkslag; de grap; de grol; de scherts
    • canard [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • kwinkslag [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • grap [de ~] zelfstandig naamwoord
    • grol [de ~] zelfstandig naamwoord
    • scherts [de ~] zelfstandig naamwoord
  4. el chiste (broma)
    de gein; de grap; uiting van vrolijkheid; de aardigheid
  5. el chiste (payasada; broma; cachondeo; comicidad; chocarrería)
    de grappenmakerij

Vertaal Matrix voor chiste:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aardigheid broma; chiste amabilidad; benignidad; bondad; brochazo; broma; cachondo; comarca; cordialidad; cortesía; donaciones; donación; donativos; galantería; gracia; gusto; jovialidad; locura; mansedumbre; paraje; pincelada; placer; rasgo; regalo; satisfacción; simpatía
bak chiste balde; barreño; barril; bañera; caja del gato; cautiverio; centro penitenciario; chirona; comedero; complejo penitenciario; contenedor; cubeta para el gato; cubo; cubo para bañarse; cárcel; depósito; establecimiento penal; establecimiento penitenciario; hueco; penal; pila; plato; prisión; recipiente; tonel; tonelada; trasera de un coche
canard agudeza; chiste; ocurrencia; payasada ánade
gein broma; chiste alborozo; alegría; brochazo; broma; bromas; cachondeo; cachondo; comarca; diversión; gozo; gracia; gusto; júbilo; locura; optimismo; paraje; pincelada; placer; rasgo
gimmick chiste
grap agudeza; broma; chiste; ocurrencia; payasada
grappenmakerij broma; cachondeo; chiste; chocarrería; comicidad; payasada
grol agudeza; chiste; ocurrencia; payasada
kwinkslag agudeza; chiste; ocurrencia; payasada
mop chiste
scherts agudeza; chiste; ocurrencia; payasada brochazo; broma; cachondo; comarca; locura; paraje; pincelada; rasgo
uiting van vrolijkheid broma; chiste

Verwante woorden van "chiste":


Synoniemen voor "chiste":


Wiktionary: chiste

chiste
noun
  1. een grappige opmerking,
  2. verhaal dat of handeling die erop gericht is om de lachlust op te wekken
  3. een anekdote met een verrassend en komisch slot

Cross Translation:
FromToVia
chiste grap; grol; mop joke — amusing story