Home ->Woordenboeken ->Spaans/Nederlands ->Vertaal chapurreo

Vertaal chapurreo van Spaans naar Nederlands

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

chapurreo:
- gebrabbel; brabbeltaal; koeterwaals
chapurrear:
- brabbelen; krompraten; mompelen; murmelen; murmeren

Spaans

Uitgebreide vertaling voor chapurreo (Spaans) in het Nederlands

chapurreo:

chapurreo [el ~] zelfstandig naamwoord

el chapurreo (jerigonza; balbuceo; parloteo; cotorreo; farfulla)
het gebrabbel; de brabbeltaal
- gebrabbel [het ~] zelfstandig naamwoord
- brabbeltaal [de ~] zelfstandig naamwoord
el chapurreo (jerigonza; balbuceo; farfulla)
het koeterwaals; de brabbeltaal
- koeterwaals [het ~] zelfstandig naamwoord
- brabbeltaal [de ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor chapurreo:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
brabbeltaal	balbuceo; chapurreo; cotorreo; farfulla; jerigonza; parloteo
gebrabbel	balbuceo; chapurreo; cotorreo; farfulla; jerigonza; parloteo
koeterwaals	balbuceo; chapurreo; farfulla; jerigonza
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
koeterwaals		un idioma incomprensible

Synoniemen voor "chapurreo":

gangueo; balbuceo; tartamudeo; farfulla; silabeo; tartajeo

chapurreo vorm van chapurrear:

chapurrear werkwoord

chapurrear
brabbelen; krompraten
- brabbelen werkwoord (brabbel, brabbelt, brabbelde, brabbelden, gebrabbeld)
- krompraten werkwoord (praat krom, praatte krom, praatten krom, krom gepraat)
chapurrear (farfullar)
mompelen; murmelen; murmeren
- mompelen werkwoord (mompel, mompelt, mompelde, mompelden, gemompeld)
- murmelen werkwoord (murmel, murmelt, murmelde, murmelden, gemurmeld)
- murmeren werkwoord

Conjugations for chapurrear:

presente

chapurreo
chapurreas
chapurrea
chapurreamos
chapurreáis
chapurrean

imperfecto

chapurreaba
chapurreabas
chapurreaba
chapurreábamos
chapurreabais
chapurreaban

indefinido

chapurreé
chapurreaste
chapurreó
chapurreamos
chapurreasteis
chapurrearon

fut. de ind.

chapurrearé
chapurrearás
chapurreará
chapurrearemos
chapurrearéis
chapurrearán

condic.

chapurrearía
chapurrearías
chapurrearía
chapurrearíamos
chapurrearíais
chapurrearían

pres. de subj.

que chapurree
que chapurrees
que chapurree
que chapurreemos
que chapurreéis
que chapurreen

imp. de subj.

que chapurreara
que chapurrearas
que chapurreara
que chapurreáramos
que chapurrearais
que chapurrearan

miscelánea

¡chapurrea!
¡chapurread!
¡no chapurrees!
¡no chapurreéis!
chapurreado
chapurreando

1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

Vertaal Matrix voor chapurrear:

Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
brabbelen	chapurrear
krompraten	chapurrear
mompelen	chapurrear; farfullar	decir entre dientes; hablar entre dientes; murmurar; musitar
murmelen	chapurrear; farfullar
murmeren	chapurrear; farfullar	gruñir; regañar