Overzicht
Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...
- cercano:
-
Wiktionary:
- cercano → aanstaand, naburig
- cercano → nabije, dichtbij, aangrenzend, toegangelijk, aanstaand, eerstvolgend, komend
Spaans
Uitgebreide vertaling voor cercano (Spaans) in het Nederlands
cercano:
-
cercano (en las proximidades de; cerca; cerca de; junto a)
in de buurt; nabijgelegen; vlakbij; nabij-
in de buurt bijvoeglijk naamwoord
-
nabijgelegen bijvoeglijk naamwoord
-
vlakbij bijwoord
-
nabij bijvoeglijk naamwoord
-
-
cercano (cerrado; denso; estancado)
-
cercano (cerrado; espeso; gordo; estancado; denso; además; encima; ancho; grueso; hinchado; corpulento; cerrado con llave)
gesloten; dicht; afgesloten; toe-
gesloten bijvoeglijk naamwoord
-
dicht bijvoeglijk naamwoord
-
afgesloten bijvoeglijk naamwoord
-
toe bijwoord
-
-
cercano (en las proximidades de; cerca; escaso; cerca de; no lejano)
-
cercano
dicht op elkaar-
dicht op elkaar bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor cercano:
Verwante woorden van "cercano":
Synoniemen voor "cercano":
Wiktionary: cercano
cercano
Cross Translation:
adjective
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• cercano | → nabije; dichtbij | ↔ close — at a little distance |
• cercano | → aangrenzend | ↔ contiguous — adjacent, neighboring |
• cercano | → dichtbij | ↔ nearby — adjacent |
• cercano | → toegangelijk | ↔ zugänglich — von Dingen und Sachen |
• cercano | → aanstaand; eerstvolgend; komend; dichtbij | ↔ proche — Traductions à trier suivant le sens |