Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. celadores:
  2. celador:
  3. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor celadores (Spaans) in het Nederlands

celadores:

celadores [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el celadores (vigilantes)
    de suppoosten; de toezichthouders; de zaalwachters

Vertaal Matrix voor celadores:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
suppoosten celadores; vigilantes
toezichthouders celadores; vigilantes guardia; inspectoras; inspectores; supervisores; vigilantes
zaalwachters celadores; vigilantes

Verwante woorden van "celadores":


celador:

celador [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el celador (ordenanza; asistente; supervisor; inspector)
    de oppasser
    • oppasser [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. el celador (vigilante; supervisor)
    de zaalwachter; de suppoost

Vertaal Matrix voor celador:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
oppasser asistente; celador; inspector; ordenanza; supervisor
suppoost celador; supervisor; vigilante conserje; guarda; guardia; guardián; portero; vigilante
zaalwachter celador; supervisor; vigilante

Verwante woorden van "celador":


Synoniemen voor "celador":


Wiktionary: celador


Cross Translation:
FromToVia
celador bode; conciërge; koster; pedel appariteurhuissier d’une faculté.
celador koster; bode; conciërge; pedel bedeauemployé laïc d’église, préposé au service matériel et à l’ordre, qui a pour insigne une verge ou canne et pour fonction principale de marcher devant les ecclésiastiques, devant les quêteurs, etc., et de leur faire ouvrir passage.
celador bewaarder; bewaker; hoeder; wacht; wachter gardienpersonne qui garder, qui surveiller, qui défendre.

Computer vertaling door derden: