Carro in het Nederlands vertaald uit het Spaans

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

carro:
- vehikel; voertuig; rijtuig; wagen; kar; winkelwagentje; winkelwagen; boodschappenwagentje; karretje; wagentje; handkar; lorrie; rolwagentje
Wiktionary:
- carro → wagen
- carro → auto, wagen, automobiel, strijdwagen, tram, karretje, kar, handkar, tank, vechtwagen

Spaans

Uitgebreide vertaling voor carro (Spaans) in het Nederlands

el carro (carreta)
het vehikel; het voertuig; de rijtuig; de wagen; de kar
- vehikel [het ~] zelfstandig naamwoord
- voertuig [het ~] zelfstandig naamwoord
- rijtuig [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- wagen [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- kar [de ~] zelfstandig naamwoord
el carro (carrito de la compra)
het winkelwagentje; de winkelwagen; het boodschappenwagentje
- winkelwagentje [het ~] zelfstandig naamwoord
- winkelwagen [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- boodschappenwagentje [het ~] zelfstandig naamwoord
el carro (carretilla; carrito; cochecito; vagoneta; carrito sobre ruedas; carreta)
het karretje; het wagentje
- karretje [het ~] zelfstandig naamwoord
- wagentje [het ~] zelfstandig naamwoord
el carro (carro de mano; carretilla de mano; carreta; carretilla)
de kar; de handkar
- kar [de ~] zelfstandig naamwoord
- handkar [de ~] zelfstandig naamwoord
el carro (carrito; carretilla; carreta)
de lorrie; het rolwagentje
- lorrie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- rolwagentje [het ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
boodschappenwagentje	carrito de la compra; carro
handkar	carreta; carretilla; carretilla de mano; carro; carro de mano	carreta; carretilla de mano; carro de mano
kar	carreta; carretilla; carretilla de mano; carro; carro de mano	automóvil; coche; vehículo
karretje	carreta; carretilla; carrito; carrito sobre ruedas; carro; cochecito; vagoneta
lorrie	carreta; carretilla; carrito; carro
rijtuig	carreta; carro	carreta; carretilla; carromato; carroza; carruaje; vagón
rolwagentje	carreta; carretilla; carrito; carro
vehikel	carreta; carro	automóvil; coche; vehículo
voertuig	carreta; carro	vehículo
wagen	carreta; carro	automóvil; coche; coche de caballos; osar; vehículo
wagentje	carreta; carretilla; carrito; carrito sobre ruedas; carro; cochecito; vagoneta
winkelwagen	carrito de la compra; carro	Carro de la compra
winkelwagentje	carrito de la compra; carro
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
wagen		arriesgar; arriesgarse; atreverse; atreverse a; aventurar; aventurarse; osar; tener la osadía

carro

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• carro	→ auto; wagen; automobiel	↔ car — automobile, a vehicle steered by a driver
• carro	→ strijdwagen	↔ chariot — vehicle used in warfare
• carro	→ wagen	↔ wagon — cart
• carro	→ auto	↔ Auto — Verkehr: selbst angetriebenes Straßenfahrzeug; mehr noch als in der Langform Automobil sind hier meist Personenkraftwagen gemeint
• carro	→ tram	↔ Straßenbahn — Schienen gebundenes Nahverkehrsmittel
• carro	→ auto; automobiel	↔ auto — automobile.
• carro	→ karretje; kar; handkar; wagen; tank; vechtwagen	↔ char — chariot élevé.
• carro	→ karretje; kar; handkar; wagen	↔ charrette — voiture à deux roues, avec deux ridelles et deux limons.
• carro	→ wagen; auto	↔ voiture — Automobile