Cansancio in het Nederlands vertaald uit het Spaans

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

cansancio:
- vermoeidheid; moeheid; uitputting; afmatting; uitputtendheid; volledigheid
Wiktionary:
- cansancio → vermoeidheid
- cansancio → moeheid, vermoeienis, matheid, vermoeidheid, lusteloosheid

Spaans

Uitgebreide vertaling voor cansancio (Spaans) in het Nederlands

el cansancio (agotamiento; fatiga)
de vermoeidheid; de moeheid; de uitputting; de afmatting
- vermoeidheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- moeheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- uitputting [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- afmatting [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
el cansancio (eshaustividad; extenuación; agotamiento; fatiga)
uitputtendheid; de volledigheid
- uitputtendheid [znw.] zelfstandig naamwoord
- volledigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
afmatting	agotamiento; cansancio; fatiga
moeheid	agotamiento; cansancio; fatiga
uitputtendheid	agotamiento; cansancio; eshaustividad; extenuación; fatiga
uitputting	agotamiento; cansancio; fatiga
vermoeidheid	agotamiento; cansancio; fatiga
volledigheid	agotamiento; cansancio; eshaustividad; extenuación; fatiga	estado completo; integridad; todo; total; totalidad; unidad

atonía; astenia; debilidad; agotamiento; decaimiento; desfallecimiento; postración; flojedad; lasitud
astenia; debilidad; decaimiento; flojedad; flojera; lasitud
empacho; aburrimiento; hartazgo; hartura; saturación; saciedad; empalago; vergüenza; apuro; turbación; embarazo; corte
fastidio; molestia; disgusto; enfado; incomodidad; enojo; hastío; tabarra; monserga; tostón; pesadez; latazo; lata; cantinela; perorata
languidez; abatimiento; desánimo; desaliento; agotamiento; postración; desmayo; indolencia; descorazonamiento; desfallecimiento
agobio; fatiga

cansancio

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• cansancio	→ moeheid	↔ Müdigkeit — Zustand des Schlafmangels oder des Unausgeruhtseins
• cansancio	→ vermoeienis; matheid; moeheid; vermoeidheid	↔ fatigue — Sensation de faiblesse physique
• cansancio	→ moeheid; lusteloosheid	↔ lassitude — sensation de fatigue causer par une mauvaise disposition de santé.

Computer vertaling door derden: