Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. calcinar:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor calcinar (Spaans) in het Nederlands

calcinar:

calcinar werkwoord

  1. calcinar (arder)
    branden; verschroeien; zengen; blakeren; verzengen
    • branden werkwoord (brand, brandt, brandde, brandden, gebrand)
    • verschroeien werkwoord (verschroei, verschroeit, verschroeide, verschroeiden, verschroeid)
    • zengen werkwoord (zeng, zengt, zengde, zengden, gezengen)
    • blakeren werkwoord (blaker, blakert, blakerde, blakerden, geblakerd)
    • verzengen werkwoord

Conjugations for calcinar:

presente
  1. calcino
  2. calcinas
  3. calcina
  4. calcinamos
  5. calcináis
  6. calcinan
imperfecto
  1. calcinaba
  2. calcinabas
  3. calcinaba
  4. calcinábamos
  5. calcinabais
  6. calcinaban
indefinido
  1. calciné
  2. calcinaste
  3. calcinó
  4. calcinamos
  5. calcinasteis
  6. calcinaron
fut. de ind.
  1. calcinaré
  2. calcinarás
  3. calcinará
  4. calcinaremos
  5. calcinaréis
  6. calcinarán
condic.
  1. calcinaría
  2. calcinarías
  3. calcinaría
  4. calcinaríamos
  5. calcinaríais
  6. calcinarían
pres. de subj.
  1. que calcine
  2. que calcines
  3. que calcine
  4. que calcinemos
  5. que calcinéis
  6. que calcinen
imp. de subj.
  1. que calcinara
  2. que calcinaras
  3. que calcinara
  4. que calcináramos
  5. que calcinarais
  6. que calcinaran
miscelánea
  1. ¡calcina!
  2. ¡calcinad!
  3. ¡no calcines!
  4. ¡no calcinéis!
  5. calcinado
  6. calcinando
1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

Vertaal Matrix voor calcinar:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
branden abrasar; arder; quemar; tostar
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
blakeren arder; calcinar
branden arder; calcinar estigmatizar; grabar
verschroeien arder; calcinar
verzengen arder; calcinar
zengen arder; calcinar

Synoniemen voor "calcinar":