Spaans

Uitgebreide vertaling voor cajas (Spaans) in het Nederlands

cajas:

cajas [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la cajas (cajas de caudales; ermitaño)
    de kluizen; de safes; de brandkasten
    • kluizen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • safes [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • brandkasten [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
  2. la cajas (lanzas de tiro; vara; enganche)
    de schachten; de stelen; de pijlen
    • schachten [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • stelen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • pijlen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
  3. la cajas (miradas; latas)
    de blikken; oogopslagen
  4. la cajas (contenedores)
    de containers; de laadbakken

Vertaal Matrix voor cajas:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
blikken cajas; latas; miradas
brandkasten cajas; cajas de caudales; ermitaño
containers cajas; contenedores
kluizen cajas; cajas de caudales; ermitaño
laadbakken cajas; contenedores maleteros; portaequipajes
oogopslagen cajas; latas; miradas
pijlen cajas; enganche; lanzas de tiro; vara
safes cajas; cajas de caudales; ermitaño
schachten cajas; enganche; lanzas de tiro; vara pozos mineros
stelen cajas; enganche; lanzas de tiro; vara robar
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
blikken contemplar; echar un vistazo; echar una mirada; estudiar; examinar; hojear; inspeccionar; mirar
stelen afanar; arrebatar; birlar; coger; defraudar; desfalcar; disentir; disimular; divergir; escapar; evitar; guardarse de; huntar; hurtar; hurtqr; llevarse con el pico; mangar; mangar a; robar

Verwante woorden van "cajas":


caja:

caja [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la caja (paquete; chirona; lavabo)
    de doos; opbergdoos
    • doos [de ~] zelfstandig naamwoord
    • opbergdoos [znw.] zelfstandig naamwoord
  2. la caja
    de kassa; de kas
    • kassa [de ~] zelfstandig naamwoord
    • kas [de ~] zelfstandig naamwoord
  3. la caja (cajón)
    het krat; de kist
    • krat [het ~] zelfstandig naamwoord
    • kist [de ~] zelfstandig naamwoord
  4. la caja (envase; paquete; estuche; )
    het omhulsel; de buitenkant; de huls; het omwindsel; het omkleedsel
  5. la caja (cápsula; embalaje; casquillo; )
    de verpakking; het omhulsel; de huls; het omkleedsel; het omwindsel
  6. la caja (lugar para guardar cosas; box; cuarto trastero)
    de box; de opbergruimte
    • box [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • opbergruimte [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  7. la caja (bote; tambor)
    de trommel; de trom
    • trommel [de ~] zelfstandig naamwoord
    • trom [de ~] zelfstandig naamwoord
  8. la caja (hueco; foso; tronco; tribu)
    de schacht
    • schacht [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  9. la caja (caja de muerto; cajetín; arca; batea)
    de doodskist
  10. la caja (caja registradora)
    het kasregister

caja [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el caja
    de geldlade

caja

  1. caja
    de doos
    • doos [de ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor caja:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
box box; caja; cuarto trastero; lugar para guardar cosas corralito; parque
buitenkant caja; casquillo; cápsula; embalaje; envase; envoltorio; estuche; paquete aire; apariencia; aspecto; cara; expresión; exterior; figura; semblante
doodskist arca; batea; caja; caja de muerto; cajetín
doos caja; chirona; lavabo; paquete cárcel; penal; prisión
geldlade caja
huls caja; casquillo; chirona; cápsula; embalaje; envase; envoltorio; estuche; paquete
kas caja
kasregister caja; caja registradora
kassa caja caja registradora
kist caja; cajón
krat caja; cajón
omhulsel caja; casquillo; chirona; cápsula; embalaje; envase; envoltorio; estuche; paquete
omkleedsel caja; casquillo; chirona; cápsula; embalaje; envase; envoltorio; estuche; paquete
omwindsel caja; casquillo; chirona; cápsula; embalaje; envase; envoltorio; estuche; paquete
opbergdoos caja; chirona; lavabo; paquete
opbergruimte box; caja; cuarto trastero; lugar para guardar cosas
schacht caja; foso; hueco; tribu; tronco
trom bote; caja; tambor
trommel bote; caja; tambor bote; buzón
verpakking caja; casquillo; chirona; cápsula; embalaje; envoltorio; paquete acondicionamiento del producto; embalaje; envase; envoltorio
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
kist cofre

Verwante woorden van "caja":


Synoniemen voor "caja":


Wiktionary: caja

caja
noun
  1. informatica|nld is een omhulsel dat de belangrijkste componenten van een computer bevat
  2. passend gemaakte doos
  3. plaats waar men aankopen betaalt in een winkel
  4. machine om ontvangen geld te registreren en te bewaren
  5. een houten of plastic doos met openingen in de zijkanten, veelal gebruikt voor het vervoer van flessen of fruit

Cross Translation:
FromToVia
caja doos box — cuboid container
caja tas case — piece of luggage that can be used to transport an apparatus
caja kist case — box containing a number of identical items of manufacture
caja omhulsel case — outer covering or framework of a piece of apparatus
caja kast case — typography: the nature of a piece of alphabetic type
caja kassa cash desk — place with a cash register
caja snarentrom snare drum — tubular drum
caja kassa till — cash register
caja blik Dose — kleiner Behälter mit Deckel
caja kas Kasse — ein abschließbarer Behälter zur Aufbewahrung von Geld (Geldscheine, Münzen)
caja doos SchachtelVerpackung, meistens in der Form eines Quaders
caja doos; bak; etui; foedraal; koker; korf; pot; zak; vat; kist; fles; krat; emmer; kruik; urn; schrijn; overzetboot; pont; pontveer; schouw; veerboot; veerpont bac — Traductions à trier suivant le sens
caja doos; bak; etui; foedraal; koker; korf; pot; zak; vat; kist; fles; krat; emmer; kruik; urn; kuip; teil; tobbe baquet — Petit cuvier de bois qui a les bords assez bas.
caja doos boîte — Objet rigide et creux ayant la capacité de se fermer
caja trappenhuis cage — Cage d’escalier
caja kist caisse — Contenant parallélépipédique
caja doos; slof; cassette coffret — Petit coffre.

Verwante vertalingen van cajas