Spaans
Uitgebreide vertaling voor cada vez (Spaans) in het Nederlands
cada vez:
-
cada vez (siempre; siempre de nuevo; siempre cuando)
telkens; elke keer; iedere keer-
telkens bijwoord
-
elke keer bijvoeglijk naamwoord
-
iedere keer bijvoeglijk naamwoord
-
-
cada vez (continuamente; continuo; constante; incesante; permanente; constantemente; ininterrumpido; en todo momento; sin acabar; sin interrupción)
voortdurend; constant; ononderbroken; onophoudelijk; onafgebroken; aanhoudend; onafgelaten-
voortdurend bijvoeglijk naamwoord
-
constant bijvoeglijk naamwoord
-
ononderbroken bijvoeglijk naamwoord
-
onophoudelijk bijvoeglijk naamwoord
-
onafgebroken bijvoeglijk naamwoord
-
aanhoudend bijvoeglijk naamwoord
-
onafgelaten bijvoeglijk naamwoord
-
-
cada vez (siempre de nuevo; otra y otra vez)
steeds opnieuw-
steeds opnieuw bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor cada vez:
Computer vertaling door derden: