Caca in het Nederlands vertaald uit het Spaans

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

caca:
- poep; schijt; stront; drek; kak; stuk poep; uitwerpsel; keutel; hoop; drol; feces; beer; fecaliën; excrementen; uitscheiding; uitwerpselen; poephoop; stronthoop
Wiktionary:
- caca → gelul, bullshit, onzin, poep, stront, kak, schijt

Spaans

Uitgebreide vertaling voor caca (Spaans) in het Nederlands

la caca (mierda; excrementos; estiércol; caguada; cagarruta; heces fecales)
de poep; de schijt; de stront; de drek; de kak
- poep [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- schijt [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- stront [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- drek [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- kak [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
la caca
stuk poep; het uitwerpsel; de keutel; de hoop; de drol
- stuk poep [znw.] zelfstandig naamwoord
- uitwerpsel [het ~] zelfstandig naamwoord
- keutel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- hoop [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- drol [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
la caca (heces fecales; mierda; excrementos)
de feces; de beer; de fecaliën; de excrementen; de uitscheiding; de uitwerpselen
- feces [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
- beer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- fecaliën [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
- excrementen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
- uitscheiding [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- uitwerpselen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
la caca (montón de mierda; cagarruta)
poephoop
- poephoop [znw.] zelfstandig naamwoord
la caca (cagueta; cagajón)
stronthoop
- stronthoop [znw.] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
beer	caca; excrementos; heces fecales; mierda	abono; apyo; cerdo; cerdo macho; fiera; oso; oso de peluche; puerco; tiarón
drek	caca; cagarruta; caguada; estiércol; excrementos; heces fecales; mierda	bahorrina; basura; lodo; suciedad
drol	caca	cagajón; cagueta; gordiflón; gordo
excrementen	caca; excrementos; heces fecales; mierda
fecaliën	caca; excrementos; heces fecales; mierda
feces	caca; excrementos; heces fecales; mierda
hoop	caca	acumulación; acumulamiento; agrupación; amontonamiento; anticipación; cantidad muy grande; cartera; colección; concentración de personas; cúmulo; desbarajuste; esperanza; expectación; expectativa; formación de grupos de gente; gran cantidad; gran número; grupo; masa; mogollón; montón; muchedumbre; muchísimo; multitud; perspectiva; pila; previsión; terrón; trastos
kak	caca; cagarruta; caguada; estiércol; excrementos; heces fecales; mierda
keutel	caca
poep	caca; cagarruta; caguada; estiércol; excrementos; heces fecales; mierda
poephoop	caca; cagarruta; montón de mierda
schijt	caca; cagarruta; caguada; estiércol; excrementos; heces fecales; mierda
stront	caca; cagarruta; caguada; estiércol; excrementos; heces fecales; mierda
stronthoop	caca; cagajón; cagueta
stuk poep	caca
uitscheiding	caca; excrementos; heces fecales; mierda
uitwerpsel	caca
uitwerpselen	caca; excrementos; heces fecales; mierda

Cross Translation:

From	To	Via
• caca	→ gelul; bullshit; onzin	↔ bullshit — deceitful statements, etc
• caca	→ poep	↔ poo — faecal matter
• caca	→ poep; stront; kak; schijt	↔ shit — solid excretory product evacuated from the bowel
• caca	→ poep	↔ caca — Excrément