Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. brisa:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor brisa (Spaans) in het Nederlands

brisa:

brisa [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la brisa (pedo; flato)
    de scheet; de wind
    • scheet [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • wind [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. la brisa
    de bries; de wind
    • bries [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • wind [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor brisa:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bries brisa
scheet brisa; flato; pedo
wind brisa; flato; pedo viento tempestuoso; viento violento

Verwante woorden van "brisa":

  • brisas

Synoniemen voor "brisa":


Wiktionary: brisa

brisa
noun
  1. zachte frisse wind

Cross Translation:
FromToVia
brisa briesje; zuchtje; ruis; geritsel; geruis; aam; bezieling; inspiratie; windje; waaien; blazen; geblaas; windstoot soufflevent produit pousser l’air hors de la bouche.

Verwante vertalingen van brisa