Bricolaje in het Nederlands vertaald uit het Spaans

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

bricolaje:
- klussen
- doe-het-zelf-werk; knutselen; knutselwerk; geknutsel; knutselarij; kladwerk; prutswerk; broddelwerk; knoeiwerk
Wiktionary:
- bricolaje → doe-het-zelf

Spaans

Uitgebreide vertaling voor bricolaje (Spaans) in het Nederlands

el bricolaje (trabajos manuales)
doe-het-zelf-werk
- doe-het-zelf-werk [znw.] zelfstandig naamwoord
el bricolaje (trabajos manuales)
knutselen; het knutselwerk; het geknutsel; de knutselarij
- knutselen [znw.] zelfstandig naamwoord
- knutselwerk [het ~] zelfstandig naamwoord
- geknutsel [het ~] zelfstandig naamwoord
- knutselarij [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
el bricolaje (obra mal hecha; porquería; desastre; chanchullos; embadurnamiento)
het kladwerk; het knutselwerk; het prutswerk; het broddelwerk; het knoeiwerk
- kladwerk [het ~] zelfstandig naamwoord
- knutselwerk [het ~] zelfstandig naamwoord
- prutswerk [het ~] zelfstandig naamwoord
- broddelwerk [het ~] zelfstandig naamwoord
- knoeiwerk [het ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
broddelwerk	bricolaje; chanchullos; desastre; embadurnamiento; obra mal hecha; porquería
doe-het-zelf-werk	bricolaje; trabajos manuales
geknutsel	bricolaje; trabajos manuales
kladwerk	bricolaje; chanchullos; desastre; embadurnamiento; obra mal hecha; porquería	borrador
klussen	bricolaje; bricolar
knoeiwerk	bricolaje; chanchullos; desastre; embadurnamiento; obra mal hecha; porquería
knutselarij	bricolaje; trabajos manuales
knutselen	bricolaje; trabajos manuales
knutselwerk	bricolaje; chanchullos; desastre; embadurnamiento; obra mal hecha; porquería; trabajos manuales
prutswerk	bricolaje; chanchullos; desastre; embadurnamiento; obra mal hecha; porquería
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
klussen		arreglar; limpiar; ordenar; remendar; trabajar en el circuito negro; trapichear
knutselen		hacer baratijas para matar el tiempo; hacer bricolaje; hacer cosas de casa por afición; hacer labores

Cross Translation:

From	To	Via
• bricolaje	→ doe-het-zelf	↔ bricolage — activité manuelle visant à réparer, ou fabriquer des petits objets.