Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. brazo:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor brazo (Spaans) in het Nederlands

brazo:

brazo [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el brazo (rayo)
    de spaak
    • spaak [de ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor brazo:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
spaak brazo; rayo

Verwante woorden van "brazo":


Synoniemen voor "brazo":


Wiktionary: brazo

brazo
noun
  1. lichaamsdeel

Cross Translation:
FromToVia
brazo arm arm — portion of the upper appendage from shoulder to wrist
brazo leuning Lehne — Sitzmöbelteil, an den man sich anlehnen oder auf den man sich stützen kann
brazo arm bras — Membre

Verwante vertalingen van brazo