Home ->Woordenboeken ->Spaans/Nederlands ->Vertaal brío

Vertaal brío van Spaans naar Nederlands

Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. brío:
  2. Wiktionary:

Spaans

Uitgebreide vertaling voor brío (Spaans) in het Nederlands

brío:

brío [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el brío (ardor; garbo; ímpetu; entusiasmo)
    het elan; de pit; het vuur; de gloed; de vlam
    • elan [het ~] zelfstandig naamwoord
    • pit [de ~] zelfstandig naamwoord
    • vuur [het ~] zelfstandig naamwoord
    • gloed [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • vlam [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. el brío (vehemencia; fuego; fuerza; )
    de intensiteit; de hevigheid; de kracht; de heftigheid; de felheid

Vertaal Matrix voor brío:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
elan ardor; brío; entusiasmo; garbo; ímpetu
felheid acritud; ardor; arrebato; aspereza; brusquedad; brío; causticidad; fervor; fuego; fuerza; impetuosidad; intensidad; profundidad; vehemencia; violencia; ímpetu dinamismo; energía; fortaleza; intensidad; vitalidad; ímpetu
gloed ardor; brío; entusiasmo; garbo; ímpetu ardor; brillo; calor; claridad; efecto de iluminado; iluminación; iluminado; iluminado exterior; limpidez; lumbre; lúcidez; pasión; pureza; resplandor; serenidad
heftigheid acritud; ardor; arrebato; aspereza; brusquedad; brío; causticidad; fervor; fuego; fuerza; impetuosidad; intensidad; profundidad; vehemencia; violencia; ímpetu impetuosidad; rabia; vehemencia
hevigheid acritud; ardor; arrebato; aspereza; brusquedad; brío; causticidad; fervor; fuego; fuerza; impetuosidad; intensidad; profundidad; vehemencia; violencia; ímpetu
intensiteit acritud; ardor; arrebato; aspereza; brusquedad; brío; causticidad; fervor; fuego; fuerza; impetuosidad; intensidad; profundidad; vehemencia; violencia; ímpetu saturación
kracht acritud; ardor; arrebato; aspereza; brusquedad; brío; causticidad; fervor; fuego; fuerza; impetuosidad; intensidad; profundidad; vehemencia; violencia; ímpetu alma; animosidad; ardor; autoridad; capacidad; capacidad laboral; dinamismo; dominio; empuje; energía; entusiasmo; espíritu; fervor; fortaleza; fuerza; ganas de trabajar; interés; poder; potencia; potencial; potestad; vigencia; vigor; vitalidad
pit ardor; brío; entusiasmo; garbo; ímpetu eje; empuje; fucha; grano; hueso; mecha; pabilo
vlam ardor; brío; entusiasmo; garbo; ímpetu
vuur ardor; brío; entusiasmo; garbo; ímpetu ardor; energía; fuego; fuego de leña; garbo; impulso; incendio; pasión
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
kracht potencia

Verwante woorden van "brío":

  • bríos

Synoniemen voor "brío":


Wiktionary: brío

Cross Translation:
FromToVia
• brío → elan ↔ Elan — die Begeisterung oder der Schwung, womit man etwas macht
• brío → gloed; geestdrift; verve; bezieling ↔ Verve — Schwung, Begeisterung bei einer Tätigkeit, insbesondere der eines Künstlers

Computer vertaling door derden:






Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0475 seconde
Page rendered in 1.0 seconds