Spaans
Uitgebreide vertaling voor borracha (Spaans) in het Nederlands
borracho:
-
borracho (bebido; emborrachado; de sobra; borracho perdido; abundante; ridículo)
dronken; beschonken; ladderzat; zat; bezopen-
dronken bijvoeglijk naamwoord
-
beschonken bijvoeglijk naamwoord
-
ladderzat bijvoeglijk naamwoord
-
zat bijvoeglijk naamwoord
-
bezopen bijvoeglijk naamwoord
-
-
borracho (achispado)
aangeschoten; beneveld; beschonken; dronken-
aangeschoten bijvoeglijk naamwoord
-
beneveld bijvoeglijk naamwoord
-
beschonken bijvoeglijk naamwoord
-
dronken bijvoeglijk naamwoord
-
-
borracho (achispado; bebido; emborrachado)
tipsy; aangeschoten; beneveld; teut; beschonken-
tipsy bijvoeglijk naamwoord
-
aangeschoten bijvoeglijk naamwoord
-
beneveld bijvoeglijk naamwoord
-
teut bijvoeglijk naamwoord
-
beschonken bijvoeglijk naamwoord
-
-
borracho (abundante; harto; como una cuba; borracho perdido; bebido; emborrachado)
-
borracho (bebido)
-
el borracho (borrachín)
-
el borracho
-
el borracho
Vertaal Matrix voor borracho:
Verwante woorden van "borracho":
Synoniemen voor "borracho":
Wiktionary: borracho
borracho
Cross Translation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• borracho | → dronken; zat; bezopen; beschonken; blauw | ↔ drunk — intoxicated after drinking too much alcohol |
• borracho | → dronkaard | ↔ drunk — drinker |
• borracho | → zatlap; dronkaard | ↔ drunkard — person who is habitually drunk |
• borracho | → zat; dronken; gealcoholiseerd; bedronken | ↔ intoxicated — stupefied by alcohol |
• borracho | → poon | ↔ Knurrhahn — Ichthyologie: ein Meeresfisch, der ein knurrendes Geräusch von sich gibt, Vertreter der Familie der Knurrhähne (Triglidae) |
• borracho | → dronkaard | ↔ Trinker — jemand, der regelmäßig alkoholische Getränke in größeren Mengen zu sich nimmt |
• borracho | → beschonken; dronken; zat | ↔ ivre — Qui a le cerveau troubler par l’effet des boissons fermenter, par l’alcool, etc. |
• borracho | → dronkaard | ↔ ivrogne — personne qui s’enivrer régulièrement ou qui boit avec excès. |