Spaans

Uitgebreide vertaling voor bollo (Spaans) in het Nederlands

bollo:

bollo [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el bollo (bocadillo; panecillo)
    het broodje; het kadetje; het puntje
    • broodje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • kadetje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • puntje [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. el bollo (tumor; crecimiento; bulto; )
    de tumor; de knobbel; het gezwel
    • tumor [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • knobbel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • gezwel [het ~] zelfstandig naamwoord
  3. el bollo (bola)
    bol wol; de bal
    • bol wol [znw.] zelfstandig naamwoord
    • bal [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  4. el bollo (panecillo; bocadillo)
    kleine punt; het puntje
  5. el bollo (abolladura; hondón)
    de bluts; de deuk; de instulping
    • bluts [de ~] zelfstandig naamwoord
    • deuk [de ~] zelfstandig naamwoord
    • instulping [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  6. el bollo (cabecera; cerebro; cabeza; )
    de harses
    • harses [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
  7. el bollo (nudo; hinchazón; bulto; brocha; borla)
    de knoest; de knobbel; de kwast
    • knoest [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • knobbel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • kwast [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  8. el bollo (hinchazón; bulto; punto hinchado)
    bolling; de bobbel; de pukkel; de opzetting; de bult; de buil; opgezwollen plek; de zwelling
    • bolling [znw.] zelfstandig naamwoord
    • bobbel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • pukkel [de ~] zelfstandig naamwoord
    • opzetting [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • bult [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • buil [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • opgezwollen plek [znw.] zelfstandig naamwoord
    • zwelling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor bollo:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bal bola; bollo baile de gala; balón; bola; gala; pelota
bluts abolladura; bollo; hondón abolladura
bobbel bollo; bulto; hinchazón; punto hinchado bulto; desigualdad; desnivel; hinchamiento; hinchazón; irregularidad; protuberancia; roncha
bol wol bola; bollo
bolling bollo; bulto; hinchazón; punto hinchado curva; hinchamiento; hinchazón
broodje bocadillo; bollo; panecillo
buil bollo; bulto; hinchazón; punto hinchado abultado; bulto; contusión; hinchamiento; hinchazón; nivel; nobleza; pedazo; roncha
bult bollo; bulto; hinchazón; punto hinchado abultado; bulto; cerro; chepa; cheposo; chichón; chipojo; colina; contusión; desigualdad; hinchamiento; hinchazón; joroba; jorobado; nivel; nobleza; pedazo; roncha
deuk abolladura; bollo; hondón
gezwel agrandamiento; ampliación; aumento; bollo; bulto; crecimiento; tumor
harses bola; bollo; bulbo; cabecera; cabecilla; cabeza; calavera; cerebro; coco; crisma; cráneo; encabezamiento; esfera; mente
instulping abolladura; bollo; hondón
kadetje bocadillo; bollo; panecillo
kleine punt bocadillo; bollo; panecillo
knobbel agrandamiento; ampliación; aumento; bollo; borla; brocha; bulto; crecimiento; hinchazón; nudo; tumor bulto; capacidad; dádiva; genialidad; genio; persona con talento; roncha; talento
knoest bollo; borla; brocha; bulto; hinchazón; nudo
kwast bollo; borla; brocha; bulto; hinchazón; nudo bobo; borla; brocha; bufón; chiflado; dandi; fantasmones; fantasmón; hombre fatuo; idiota; pincel; señorito
opgezwollen plek bollo; bulto; hinchazón; punto hinchado hinchamiento; hinchazón
opzetting bollo; bulto; hinchazón; punto hinchado hinchazón
pukkel bollo; bulto; hinchazón; punto hinchado granito; grano; pústula
puntje bocadillo; bollo; panecillo
tumor agrandamiento; ampliación; aumento; bollo; bulto; crecimiento; tumor
zwelling bollo; bulto; hinchazón; punto hinchado hinchamiento; hinchazón

Verwante woorden van "bollo":


Synoniemen voor "bollo":


Wiktionary: bollo


Cross Translation:
FromToVia
bollo pot dyke — lesbian
bollo kut; poes; kutje; poesje pussy — slang: female genitalia

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van bollo