Overzicht


Spaans

Uitgebreide vertaling voor blasfemia (Spaans) in het Nederlands

blasfemia:

blasfemia [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la blasfemia (maldición; anatema; palabrota; invectiva; imprecación)
    de vervloeking; de banvloek; de vloek; de verwensing; vertikking
  2. la blasfemia
    de godslastering; de blasfemie
  3. la blasfemia (profanación; sacrilegio)
    sacrilege; de ontheiliging; de heiligschennis

Vertaal Matrix voor blasfemia:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
banvloek anatema; blasfemia; imprecación; invectiva; maldición; palabrota
blasfemie blasfemia
godslastering blasfemia
heiligschennis blasfemia; profanación; sacrilegio
ontheiliging blasfemia; profanación; sacrilegio
sacrilege blasfemia; profanación; sacrilegio
vertikking anatema; blasfemia; imprecación; invectiva; maldición; palabrota
vervloeking anatema; blasfemia; imprecación; invectiva; maldición; palabrota
verwensing anatema; blasfemia; imprecación; invectiva; maldición; palabrota
vloek anatema; blasfemia; imprecación; invectiva; maldición; palabrota

Verwante woorden van "blasfemia":

  • blasfemias

Synoniemen voor "blasfemia":


Wiktionary: blasfemia

blasfemia
noun
  1. een uiting die als belastering van de godheid gezien wordt
  2. belediging of bespotting van God/een godheid
  3. een vloek

Cross Translation:
FromToVia
blasfemia blasfemie; godslastering blasphemy — Irreverence toward something sacred