Spaans

Uitgebreide vertaling voor barra (Spaans) in het Nederlands

barra:

barra [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la barra (barra de chocolate; chocolate; chocolatina; raya; fila)
    de chocolade; de reep; de chocoladereep
  2. la barra (mostrador; bufe)
    de bar; de spon; de tapkast; drankbuffet; de tap; de toog; het buffet
    • bar [de ~] zelfstandig naamwoord
    • spon [de ~] zelfstandig naamwoord
    • tapkast [de ~] zelfstandig naamwoord
    • drankbuffet [znw.] zelfstandig naamwoord
    • tap [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • toog [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • buffet [het ~] zelfstandig naamwoord
  3. la barra (viga; travesaño)
    de balk
    • balk [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  4. la barra (barrote; reja; rejas; rejería)
    de tralie; de stijl; de spijl
    • tralie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • stijl [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • spijl [de ~] zelfstandig naamwoord
  5. la barra (abogacía; cuba; barril; baranda; tonel)
    de tobbe; de waskuip; de kuip
    • tobbe [de ~] zelfstandig naamwoord
    • waskuip [de ~] zelfstandig naamwoord
    • kuip [de ~] zelfstandig naamwoord
  6. la barra (banda; parte; neumático; )
    de band; het volume; het boekdeel; het deel
    • band [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • volume [het ~] zelfstandig naamwoord
    • boekdeel [het ~] zelfstandig naamwoord
    • deel [het ~] zelfstandig naamwoord
  7. la barra (fila; cola; raya; )
    het gelid; de rij
    • gelid [het ~] zelfstandig naamwoord
    • rij [de ~] zelfstandig naamwoord
  8. la barra (intensidad sonora; baranda; tamaño; )
    het geluidsniveau; het volume
  9. la barra (taberna; venta; tenedor; )
    de uitspanning
  10. la barra (bastón-asiento; barra donde posarse)
    zitstang
  11. la barra (balaustrada; barandilla; baranda; pretil)
    de balustrade; balkonhek
  12. la barra (barra donde posarse; bastón-asiento)
    zitstok
    • zitstok [znw.] zelfstandig naamwoord
  13. la barra (barra donde posarse; bastón-asiento)
    zitstok om te wandelen
  14. la barra
    de staaf
    • staaf [de ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor barra:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
balk barra; travesaño; viga
balkonhek balaustrada; baranda; barandilla; barra; pretil
balustrade balaustrada; baranda; barandilla; barra; pretil baranda; barandal; barandilla; pretil
band banda; baranda; barra; borde; cinta; coacción; compresión; edición; empuje; encuadernación; era; franja; intensidad del sonido; intensidad sonora; lazo; neumático; parte; porción; presión; raya; tabla; tablón; tamaño; tira; tirada; tomo; volumen; volumen del sonido; vínculo acuerdo; afinidad; alianza; celo; cinta; cinta adhesiva; coherencia; combinación; compuesto; comunicación; conexión; confederación; contexto; cooperación; enlace; federación; fixo; interdepencia; interrelación; libro; liga; línea; negociación; nexo; pacto; parentesco; relación; similitud; tomo; tratado; unión
bar barra; bufe; mostrador apuro; bar; bayuca; cafetería; café; establecimiento; local; masilla; merendero; mesón; pegamento; posada; restaurante; sala; salón de té; taberna; tasca; tenedor; venta
boekdeel banda; baranda; barra; borde; cinta; coacción; compresión; edición; empuje; encuadernación; era; franja; intensidad del sonido; intensidad sonora; lazo; neumático; parte; porción; presión; raya; tabla; tablón; tamaño; tira; tirada; tomo; volumen; volumen del sonido; vínculo
buffet barra; bufe; mostrador aparador; bufe; bufet; bufete; buffet; buffet frío; fonda
chocolade barra; barra de chocolate; chocolate; chocolatina; fila; raya
chocoladereep barra; barra de chocolate; chocolate; chocolatina; fila; raya pastilla de chocolate; tableta de chocolate
deel banda; baranda; barra; borde; cinta; coacción; compresión; edición; empuje; encuadernación; era; franja; intensidad del sonido; intensidad sonora; lazo; neumático; parte; porción; presión; raya; tabla; tablón; tamaño; tira; tirada; tomo; volumen; volumen del sonido; vínculo bienes hereditarios; componente fundamental; elemento básico; era; estatura; fracción; fractura; fragmento; herencia; lote; parte; pedazo; pieza; pieza hereditaria; porción; quebrado; quebradura; ración; rotura; ruptura; sección; trozo
drankbuffet barra; bufe; mostrador
gelid barra; cola; fila; línea; orden; raya; serie; tira categoría; fila; orden; rango; serie; título
geluidsniveau banda; baranda; barra; borde; cinta; coacción; compresión; edición; empuje; encuadernación; era; franja; intensidad del sonido; intensidad sonora; lazo; neumático; parte; porción; presión; raya; tabla; tablón; tamaño; tira; tirada; tomo; volumen; volumen del sonido; vínculo nivel sonoro
kuip abogacía; baranda; barra; barril; cuba; tonel balde; barreño; barril; bañera; cubo; cubo para bañarse; pila; tonel; tonelada
reep barra; barra de chocolate; chocolate; chocolatina; fila; raya barra de chocolate; pastilla; tableta
rij barra; cola; fila; línea; orden; raya; serie; tira columna; encadenamiento; eslabonamiento; fila; orden; sarta; serie; sucesión
spijl barra; barrote; reja; rejas; rejería
spon barra; bufe; mostrador
staaf barra barra de chocolate; lingote; pastilla; tableta
stijl barra; barrote; reja; rejas; rejería estilo; estilo de vida; género de vida; manera de vivir; modo de vida; tren de vida
tap barra; bufe; mostrador
tapkast barra; bufe; mostrador
tobbe abogacía; baranda; barra; barril; cuba; tonel
toog barra; bufe; mostrador mostrador; recepción
tralie barra; barrote; reja; rejas; rejería
uitspanning bar; barra; bayuca; bufe; cafetería; café; canilla; comedor; espita; grifo; merendero; mesón; posada; restaurante; salón de té; sotana; taberna; tasca; tenedor; venta
volume banda; baranda; barra; borde; cinta; coacción; compresión; edición; empuje; encuadernación; era; franja; intensidad del sonido; intensidad sonora; lazo; neumático; parte; porción; presión; raya; tabla; tablón; tamaño; tira; tirada; tomo; volumen; volumen del sonido; vínculo cabida; capacidad; contenido; estiramiento; tamaño; tramaño; volumen
waskuip abogacía; baranda; barra; barril; cuba; tonel
zitstang barra; barra donde posarse; bastón-asiento
zitstok barra; barra donde posarse; bastón-asiento
zitstok om te wandelen barra; barra donde posarse; bastón-asiento
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bar abominable; calvo; deplorable; lamentable; miserable; mísero; pobre; terrible; triste
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
band banda; ficha desplegable
deel mosaico

Synoniemen voor "barra":


Wiktionary: barra

barra
noun
  1. techniek|nld staaf in een hek, traliewerk, balustrade etc.
  2. meestal metalen voorwerp in de vorm van een lange stijve cilinder
  3. lang smal brood met knapperige korst

Cross Translation:
FromToVia
barra baar; staaf; stang; blok bar — solid object with uniform cross-section
barra staaf; baar; stang bar — metallurgy: solid object of round, square, hexagonal, octagonal or rectangular section
barra schuine streep slash — symbol
barra stok stick — cylindrical piece (of chalk, wax etc)
barra reep barre — objet rigide plutôt rectangulaire (2)
barra advocatuur; advocatenstand; balie; baar; paal; pijp; roede; schacht; spijl; stang barreaubarre de bois ou de fer qui sert de clôture.
barra baar; paal; pijp; roede; schacht; spijl; stang; staf; stok bâton — Morceau de bois assez long
barra baar; paal; pijp; roede; schacht; spijl; stang gaule — Grande perche.
barra baar; pijp; roede; schacht; spijl; stang; baars perchelong pièce de bois.

barra vorm van barrer:

barrer werkwoord

  1. barrer
    vegen
    • vegen werkwoord (veeg, veegt, veegde, veegden, geveegd)
  2. barrer
    vegen; wegvegen; afvegen
    • vegen werkwoord (veeg, veegt, veegde, veegden, geveegd)
    • wegvegen werkwoord (veeg weg, veegt weg, veegde weg, veegden weg, weggeveegd)
    • afvegen werkwoord (veeg af, veegt af, veegde af, veegden af, afgeveegd)
  3. barrer (escoltar; acompañar; conducir; )
    leiden; begeleiden; voeren; meevoeren
    • leiden werkwoord (leid, leidt, leidde, leidden, geleid)
    • begeleiden werkwoord (begeleid, begeleidt, begeleidde, begeleidden, begeleid)
    • voeren werkwoord (voer, voert, voerde, voerden, gevoerd)
    • meevoeren werkwoord (voer mee, voert mee, voerde mee, voerden mee, meegevoerd)
  4. barrer (borrar; erradicar; derribar; hacer desaparecer; limpiar)
    wissen; uitwissen; wegvegen; uitvegen; vlakken; uitgommen; uitvlakken
    • wissen werkwoord (wis, wist, wiste, wisten, gewist)
    • uitwissen werkwoord (wis uit, wist uit, wiste uit, wisten uit, uitgewist)
    • wegvegen werkwoord (veeg weg, veegt weg, veegde weg, veegden weg, weggeveegd)
    • uitvegen werkwoord (veeg uit, veegt uit, veegde uit, veegden uit, uitgeveegd)
    • vlakken werkwoord (vlak, vlakt, vlakte, vlakten, gevlakt)
    • uitgommen werkwoord (gom, gomt, gomde, gomden, uitgegomd)
    • uitvlakken werkwoord (vlak uit, vlakt uit, vlakte uit, vlakten uit, uitgevlakt)
  5. barrer (cepillar; frotar)
    bezemen
    • bezemen werkwoord (bezem, bezemt, bezemde, bezemden, gebezemd)
  6. barrer (barbechar)
    wegpinken
    • wegpinken werkwoord (pink weg, pinkt weg, pinkte weg, pinkten weg, weggepinkt)
  7. barrer (recoger)
    opvegen
    • opvegen werkwoord (veeg op, veegt op, veegde op, veegden op, opgeveegd)
  8. barrer (limpiar con cepillo)
    schoonvegen; schoonborstelen
    • schoonvegen werkwoord (veeg schoon, veegt schoon, veegde schoon, veegden schoon, schoongeveegd)
    • schoonborstelen werkwoord (borstel schoon, borstelt schoon, borstelde schoon, borstelden schoon, schoongeborsteld)

Conjugations for barrer:

presente
  1. barro
  2. barres
  3. barre
  4. barremos
  5. barréis
  6. barren
imperfecto
  1. barría
  2. barrías
  3. barría
  4. barríamos
  5. barríais
  6. barrían
indefinido
  1. barrí
  2. barriste
  3. barrió
  4. barrimos
  5. barristeis
  6. barrieron
fut. de ind.
  1. barreré
  2. barrerás
  3. barrerá
  4. barreremos
  5. barreréis
  6. barrerán
condic.
  1. barrería
  2. barrerías
  3. barrería
  4. barreríamos
  5. barreríais
  6. barrerían
pres. de subj.
  1. que barra
  2. que barras
  3. que barra
  4. que barramos
  5. que barráis
  6. que barran
imp. de subj.
  1. que barriera
  2. que barrieras
  3. que barriera
  4. que barriéramos
  5. que barrierais
  6. que barrieran
miscelánea
  1. ¡barre!
  2. ¡barred!
  3. ¡no barras!
  4. ¡no barráis!
  5. barrido
  6. barriendo
1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

Vertaal Matrix voor barrer:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
voeren alimenticio; dar de comer; pastos; poder alimenticio
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afvegen barrer cepillar; limpiar; quitar
begeleiden acompañar; arrojar; barrer; conducir; convoyar; echar; escoltar acompañar; convoyar; escoltar; guiar; ir con; venir con
bezemen barrer; cepillar; frotar
leiden acompañar; arrojar; barrer; conducir; convoyar; echar; escoltar conducir; dar orden de; decretar; dirigir; encabezar; estar en cabeza; gobernar; guiar; ir a la cabeza; ir delante; liderar; llevar; mandar; ordenar; pilotar; preceder; presidir; ser primero
meevoeren acompañar; arrojar; barrer; conducir; convoyar; echar; escoltar
opvegen barrer; recoger
schoonborstelen barrer; limpiar con cepillo
schoonvegen barrer; limpiar con cepillo
uitgommen barrer; borrar; derribar; erradicar; hacer desaparecer; limpiar
uitvegen barrer; borrar; derribar; erradicar; hacer desaparecer; limpiar
uitvlakken barrer; borrar; derribar; erradicar; hacer desaparecer; limpiar
uitwissen barrer; borrar; derribar; erradicar; hacer desaparecer; limpiar
vegen barrer
vlakken barrer; borrar; derribar; erradicar; hacer desaparecer; limpiar
voeren acompañar; arrojar; barrer; conducir; convoyar; echar; escoltar dar de comer a; nutrir
wegpinken barbechar; barrer
wegvegen barrer; borrar; derribar; erradicar; hacer desaparecer; limpiar
wissen barrer; borrar; derribar; erradicar; hacer desaparecer; limpiar borrar

Synoniemen voor "barrer":


Wiktionary: barrer


Cross Translation:
FromToVia
barrer vegen sweep — to clean using a broom or brush
barrer doorzoeken sweep — to search methodically
barrer bezemen; vegen; aanvegen; opvegen; schoonvegen balayernettoyer un lieu avec le balai.

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van barra