Home ->Woordenboeken ->Spaans/Nederlands ->Vertaal barnices

Vertaal barnices van Spaans naar Nederlands

Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. barnices:
  2. barnizar:
  3. barniz:
  4. Wiktionary:

Spaans

Uitgebreide vertaling voor barnices (Spaans) in het Nederlands

barnices:

barnices [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el barnices
    vernisjes

Vertaal Matrix voor barnices:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
vernisjes barnices

Verwante woorden van "barnices":


barnizar:

barnizar werkwoord

  1. barnizar (pintar con laca)
    lakken; vernissen
    • lakken werkwoord (lak, lakt, lakte, lakten, gelakt)
    • vernissen werkwoord (vernis, vernist, verniste, vernisten, vernist)

Conjugations for barnizar:

presente
  1. barnizo
  2. barnizas
  3. barniza
  4. barnizamos
  5. barnizáis
  6. barnizan
imperfecto
  1. barnizaba
  2. barnizabas
  3. barnizaba
  4. barnizábamos
  5. barnizabais
  6. barnizaban
indefinido
  1. barnicé
  2. barnizaste
  3. barnizó
  4. barnizamos
  5. barnizasteis
  6. barnizaron
fut. de ind.
  1. barnizaré
  2. barnizarás
  3. barnizará
  4. barnizaremos
  5. barnizaréis
  6. barnizarán
condic.
  1. barnizaría
  2. barnizarías
  3. barnizaría
  4. barnizaríamos
  5. barnizaríais
  6. barnizarían
pres. de subj.
  1. que barnice
  2. que barnices
  3. que barnice
  4. que barnicemos
  5. que barnicéis
  6. que barnicen
imp. de subj.
  1. que barnizara
  2. que barnizaras
  3. que barnizara
  4. que barnizáramos
  5. que barnizarais
  6. que barnizaran
miscelánea
  1. ¡barniza!
  2. ¡barnizad!
  3. ¡no barnices!
  4. ¡no barnicéis!
  5. barnizado
  6. barnizando
1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

Vertaal Matrix voor barnizar:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lakken barnizar; pintar con laca pintar; teñir
vernissen barnizar; pintar con laca

Synoniemen voor "barnizar":

  • esmaltar; embarnizar; lacar; tintar; vidriar; charolar; pintar; vitrificar

Wiktionary: barnizar

barnizar
verb
  1. iets voorzien van een laag vernis
Cross Translation:
FromToVia
• barnizar → lakken ↔ lackieren — mit Lack versehen

barniz:

barniz [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el barniz (acabado; enchapado)
    het fineer
    • fineer [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. el barniz (línea de llegada; punto final; cinta de llegada; )
    het eindpunt; de finish; het einde; de meet; de eindstreep; de finishlijn
    • eindpunt [het ~] zelfstandig naamwoord
    • finish [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • einde [het ~] zelfstandig naamwoord
    • meet [de ~] zelfstandig naamwoord
    • eindstreep [de ~] zelfstandig naamwoord
    • finishlijn [de ~] zelfstandig naamwoord
  3. el barniz
    de vernis
    • vernis [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  4. el barniz (pintura brillante; laca; pintura con brillo)
    de lakverf; glanslak; de glansverf
  5. el barniz (santidad; niebla; velo; )
    heiigheid; het waas
    • heiigheid [znw.] zelfstandig naamwoord
    • waas [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor barniz:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
einde acabado; afinado; barniz; cinta de llegada; fin; final; llegada; línea de llegada; marca; punto final; terminación clausura; conclusión; desenlace; enlazo; fin; final; finalización; término
eindpunt acabado; afinado; barniz; cinta de llegada; fin; final; llegada; línea de llegada; marca; punto final; terminación destino; destino de viaje; destino final; distancia; extremo
eindstreep acabado; afinado; barniz; cinta de llegada; fin; final; llegada; línea de llegada; marca; punto final; terminación
fineer acabado; barniz; enchapado contrachapado
finish acabado; afinado; barniz; cinta de llegada; fin; final; llegada; línea de llegada; marca; punto final; terminación
finishlijn acabado; afinado; barniz; cinta de llegada; fin; final; llegada; línea de llegada; marca; punto final; terminación
glanslak barniz; laca; pintura brillante; pintura con brillo
glansverf barniz; laca; pintura brillante; pintura con brillo
heiigheid barniz; bruma; calina; crespón negro; neblina; nebulosidad; niebla; santidad; vaho; velo
lakverf barniz; laca; pintura brillante; pintura con brillo
meet acabado; afinado; barniz; cinta de llegada; fin; final; llegada; línea de llegada; marca; punto final; terminación
vernis barniz capa de laca
waas barniz; bruma; calina; crespón negro; neblina; nebulosidad; niebla; santidad; vaho; velo asomo; bruma; gota; neblina; niebla; sombra

Verwante woorden van "barniz":


Synoniemen voor "barniz":


Wiktionary: barniz

barniz
noun
  1. een oplossing van filmvormende stoffen in vluchtige oplosmiddelen die gebruikt wordt voor de bescherming van o.a. hout, metaal en verf
Cross Translation:
FromToVia
• barniz → lak ↔ lacquer — glossy, resinous material used as a surface coating







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0535 seconde
Page rendered in 1.0 seconds