Overzicht


Spaans

Uitgebreide vertaling voor bandolero (Spaans) in het Nederlands

bandolero:

bandolero [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el bandolero
    de rover; de struikrover
    • rover [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • struikrover [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. el bandolero (canalla; bandido; gamberro; )
    de snoodaard; de bandiet; de boosdoener; de slechtaard; de booswicht; de onverlaat

Vertaal Matrix voor bandolero:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bandiet bandido; bandolero; bribón; canalla; gamberro; granuja; malvado
boosdoener bandido; bandolero; bribón; canalla; gamberro; granuja; malvado
booswicht bandido; bandolero; bribón; canalla; gamberro; granuja; malvado
onverlaat bandido; bandolero; bribón; canalla; gamberro; granuja; malvado
rover bandolero ladrón
slechtaard bandido; bandolero; bribón; canalla; gamberro; granuja; malvado
snoodaard bandido; bandolero; bribón; canalla; gamberro; granuja; malvado
struikrover bandolero

Verwante woorden van "bandolero":


Synoniemen voor "bandolero":


Verwante vertalingen van bandolero