Bagatela in het Nederlands vertaald uit het Spaans

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

bagatela:
- kinderwerk; beetje; kleinigheid; futiliteit; onbelangrijk iets; bagatel; dingetje; peulenschil; niemendalletje; wissewasje
Wiktionary:
- bagatela → bagatel, wissewasje
- bagatela → kleinigheid, onbenulligheid, bagatel, futiliteit, beuzelarij, wissewasje, sex, sexuele hartstocht

Spaans

Uitgebreide vertaling voor bagatela (Spaans) in het Nederlands

la bagatela (friolera; fruslería)
het kinderwerk
- kinderwerk [het ~] zelfstandig naamwoord
la bagatela (nadería; nimiedad; friolera; insignificancia)
het beetje; de kleinigheid
- beetje [het ~] zelfstandig naamwoord
- kleinigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
la bagatela (nadería; tontería; cosita; friolera; nimiedad; fruslería; futulidad; insignificancia)
de futiliteit; de kleinigheid; onbelangrijk iets; de bagatel; het dingetje; de peulenschil; het niemendalletje; het wissewasje
- futiliteit [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- kleinigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- onbelangrijk iets [znw.] zelfstandig naamwoord
- bagatel [de ~] zelfstandig naamwoord
- dingetje [het ~] zelfstandig naamwoord
- peulenschil [de ~] zelfstandig naamwoord
- niemendalletje [het ~] zelfstandig naamwoord
- wissewasje [het ~] zelfstandig naamwoord
la bagatela (futilidad; tontería; vaina)
de bagatel; de peulenschil; de kleinigheid; het wissewasje
- bagatel [de ~] zelfstandig naamwoord
- peulenschil [de ~] zelfstandig naamwoord
- kleinigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- wissewasje [het ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bagatel	bagatela; cosita; friolera; fruslería; futilidad; futulidad; insignificancia; nadería; nimiedad; tontería; vaina	friolera; naderia
beetje	bagatela; friolera; insignificancia; nadería; nimiedad	poco; poquito
dingetje	bagatela; cosita; friolera; fruslería; futulidad; insignificancia; nadería; nimiedad; tontería
futiliteit	bagatela; cosita; friolera; fruslería; futulidad; insignificancia; nadería; nimiedad; tontería
kinderwerk	bagatela; friolera; fruslería
kleinigheid	bagatela; cosita; friolera; fruslería; futilidad; futulidad; insignificancia; nadería; nimiedad; tontería; vaina	baratija; bujería; chuchería; friolera; naderia; pequeño regalo
niemendalletje	bagatela; cosita; friolera; fruslería; futulidad; insignificancia; nadería; nimiedad; tontería	chuchería; insignificancia; pequeño regalo
onbelangrijk iets	bagatela; cosita; friolera; fruslería; futulidad; insignificancia; nadería; nimiedad; tontería
peulenschil	bagatela; cosita; friolera; fruslería; futilidad; futulidad; insignificancia; nadería; nimiedad; tontería; vaina
wissewasje	bagatela; cosita; friolera; fruslería; futilidad; futulidad; insignificancia; nadería; nimiedad; tontería; vaina
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
beetje		poco

bagatela

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• bagatela	→ kleinigheid; onbenulligheid	↔ bagatelle — trifle
• bagatela	→ bagatel; kleinigheid; futiliteit	↔ Kleinigkeit — winzige oder unbedeutende Sache
• bagatela	→ bagatel; futiliteit; kleinigheid	↔ Lappalie — eine Kleinigkeit, eine Nichtigkeit, eine höchst unbedeutende Sache
• bagatela	→ bagatel; beuzelarij; futiliteit; kleinigheid; wissewasje	↔ babiole — (vieilli) jouet d’enfants.
• bagatela	→ sex; sexuele hartstocht; bagatel; beuzelarij; futiliteit; kleinigheid; wissewasje	↔ bagatelle — chose de peu de prix et peu nécessaire.