Spaans
Uitgebreide vertaling voor azorado (Spaans) in het Nederlands
azorado:
-
azorado (apocado; tímido; desconcertado; poco confortable; confuso; desagradable; insociable)
verlegen; timide; schuchter; bedeesd; beschroomd; bleu; schroomvallig-
verlegen bijvoeglijk naamwoord
-
timide bijvoeglijk naamwoord
-
schuchter bijvoeglijk naamwoord
-
bedeesd bijvoeglijk naamwoord
-
beschroomd bijvoeglijk naamwoord
-
bleu bijvoeglijk naamwoord
-
schroomvallig bijvoeglijk naamwoord
-
-
azorado (desordenado; caótico; en desorden; sin orden)
verwaarloosd; onverzorgd; verwilderd-
verwaarloosd bijvoeglijk naamwoord
-
onverzorgd bijvoeglijk naamwoord
-
verwilderd bijvoeglijk naamwoord
-
-
azorado (apurado; desconcertado; reprimido; deducido; descontado)
-
azorado (desordenado; descuidado; caótico; desatendido; desarreglado; en desorden; desasistido; sin orden)