Overzicht
Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...
- aviar:
-
Wiktionary:
- aviar → klaarmaken, opschieten
- aviar → aanmaken, bereiden, toebereiden, voorbereiden
Spaans
Uitgebreide vertaling voor aviar (Spaans) in het Nederlands
aviar:
-
aviar (remendar; reforzar; animar; apañar; mejorar; apuntalar)
opknappen; opkalefateren; opvijzelen; oplappen-
opkalefateren werkwoord (kalefater op, kalefatert op, kalefaterde op, kalefaterden op, opgekalefaterd)
Vertaal Matrix voor aviar:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
oplappen | ejercer la medicina; practicar la medicina | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
opkalefateren | animar; apañar; apuntalar; aviar; mejorar; reforzar; remendar | |
opknappen | animar; apañar; apuntalar; aviar; mejorar; reforzar; remendar | actualizar; adecentar; arreglar; entonarse; mejorar; mejorarse; modernizar; ordenar; rehabilitar; remendar; renovar; reponerse; restablecerse; restaurar; sanar |
oplappen | animar; apañar; apuntalar; aviar; mejorar; reforzar; remendar | |
opvijzelen | animar; apañar; apuntalar; aviar; mejorar; reforzar; remendar |
Synoniemen voor "aviar":
Wiktionary: aviar
aviar
Cross Translation:
verb
-
voorbereiden
-
haast maken
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• aviar | → aanmaken; bereiden; toebereiden; voorbereiden | ↔ préparer — apprêter, disposer mettre une chose dans l’état convenable à l’usage auquel on la destiner. |