Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. auditar:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor auditar (Spaans) in het Nederlands

auditar:

auditar werkwoord

  1. auditar
    auditeren
    • auditeren werkwoord (auditeer, auditeert, auditeerde, auditeerden, geauditeerd)
  2. auditar
    controleren
    • controleren werkwoord (controleer, controleert, controleerde, controleerden, gecontroleerd)

Vertaal Matrix voor auditar:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
controleren auditoría; controlar; sondeo
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
auditeren auditar
controleren auditar analizar; auditoría; averiguar; calcular; cheqear; comprobar; contestar; controlar; examinar; grabar; inspeccionar; pasar revista a; prosperar; reconocer; revisar; rodar; tomar; verificar

Wiktionary: auditar

auditar
verb
  1. auditie doen
  2. inspecteren, toezicht houden, onderzoeken, nazien