Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. atropello:
  2. atropellar:
  3. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor atropello (Spaans) in het Nederlands

atropello:

atropello [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el atropello (colisión; choque; jaca; hit)
    de collisie; de botsing; de aanrijding
    • collisie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • botsing [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • aanrijding [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor atropello:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanrijding atropello; choque; colisión; hit; jaca
botsing atropello; choque; colisión; hit; jaca bronca; choque; colisión; conflicto; desacuerdo; enfrentamiento; pelea
collisie atropello; choque; colisión; hit; jaca
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
botsing choque

Verwante woorden van "atropello":

  • atropellos

Synoniemen voor "atropello":


Wiktionary: atropello


Cross Translation:
FromToVia
atropello belediging outrage — an offensive, immoral or indecent act

atropellar:

atropellar werkwoord

  1. atropellar
    omverlopen
    • omverlopen werkwoord (loop omver, loopt omver, liep omver, liepen omver, omver gelopen)

Conjugations for atropellar:

presente
  1. atropello
  2. atropellas
  3. atropella
  4. atropellamos
  5. atropelláis
  6. atropellan
imperfecto
  1. atropellaba
  2. atropellabas
  3. atropellaba
  4. atropellábamos
  5. atropellabais
  6. atropellaban
indefinido
  1. atropellé
  2. atropellaste
  3. atropelló
  4. atropellamos
  5. atropellasteis
  6. atropellaron
fut. de ind.
  1. atropellaré
  2. atropellarás
  3. atropellará
  4. atropellaremos
  5. atropellaréis
  6. atropellarán
condic.
  1. atropellaría
  2. atropellarías
  3. atropellaría
  4. atropellaríamos
  5. atropellaríais
  6. atropellarían
pres. de subj.
  1. que atropelle
  2. que atropelles
  3. que atropelle
  4. que atropellemos
  5. que atropelléis
  6. que atropellen
imp. de subj.
  1. que atropellara
  2. que atropellaras
  3. que atropellara
  4. que atropelláramos
  5. que atropellarais
  6. que atropellaran
miscelánea
  1. ¡atropella!
  2. ¡atropellad!
  3. ¡no atropelles!
  4. ¡no atropelléis!
  5. atropellado
  6. atropellando
1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

Vertaal Matrix voor atropellar:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
omverlopen atropellar

Synoniemen voor "atropellar":


Wiktionary: atropellar

atropellar
verb
  1. tegen iets rijden, een botsing veroorzaken
  2. met de wielen van een voertuig over iets of iemand heen rijden

Cross Translation:
FromToVia
atropellar overrijden run over — to drive over, causing injury or death