Spaans
Uitgebreide vertaling voor atrás (Spaans) in het Nederlands
atrás:
-
atrás (hacia atrás; detrás; de espaldas)
terug; achterwaarts; achteruit; naar achter; rugwaarts; naar achteren-
terug bijwoord
-
achterwaarts bijvoeglijk naamwoord
-
achteruit bijwoord
-
naar achter bijvoeglijk naamwoord
-
rugwaarts bijvoeglijk naamwoord
-
naar achteren bijvoeglijk naamwoord
-
-
atrás (hacia atrás)
achterwaarts; achteruit; terug; retour-
achterwaarts bijvoeglijk naamwoord
-
achteruit bijwoord
-
terug bijwoord
-
retour bijwoord
-
-
atrás (detrás; detrás de)
-
atrás (detrás de; detrás)
-
atrás (por detrás)
-
atrás (al revés; mal; contraproducente; detrás)
-
atrás (detrás; detrás de; atrás de aquí)
hierachter-
hierachter bijwoord
-
Vertaal Matrix voor atrás:
Verwante woorden van "atrás":
Synoniemen voor "atrás":
Wiktionary: atrás
atrás
Cross Translation:
adverb
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• atrás | → geleden | ↔ ago — past; gone by; since |
• atrás | → achter | ↔ back — near the rear |
• atrás | → terug | ↔ back — to or in a previous condition or place |
• atrás | → achterkant; achter | ↔ back — that which is farthest away from the front |
• atrás | → achter; achteraan | ↔ behind — at the back of |