Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. arquitectos:
  2. arquitecto:
  3. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor arquitectos (Spaans) in het Nederlands

arquitectos:

arquitectos [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el arquitectos
    de architecten

Vertaal Matrix voor arquitectos:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
architecten arquitectos

Verwante woorden van "arquitectos":


arquitecto:

arquitecto [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el arquitecto
    de architect; de bouwmeester
  2. el arquitecto
    de architect
  3. el arquitecto (arquitecta; arquitecto técnico; maestro de construcción)
    architecte
  4. el arquitecto (arquitecto técnico; maestro de construcción)
    de bouwkundige

Vertaal Matrix voor arquitecto:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
architect arquitecto
architecte arquitecta; arquitecto; arquitecto técnico; maestro de construcción
bouwkundige arquitecto; arquitecto técnico; maestro de construcción
bouwmeester arquitecto

Verwante woorden van "arquitecto":


Wiktionary: arquitecto

arquitecto
noun
  1. iemand die gebouwen ontwerpt
  2. beroep|nld, kunst|nld, wetenschap|nld, techniek|nld, architect, ontwerper van gebouwen, die dit ontwerp visualiseert en de verwerkelijking van dit concept technisch en administratief begeleidt.

Cross Translation:
FromToVia
arquitecto bouwmeester; architect architect — designer of buildings
arquitecto architect; bouwmeester architectepersonne diplômée dont la profession consiste à concevoir des édifices et à en diriger la construction.

Verwante vertalingen van arquitectos