Armonizar in het Nederlands vertaald uit het Spaans

Remove Ads

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

armonizar:
- afstemmen; afstellen; op een lijn brengen; tot een goed samengaand geheel maken; harmoniseren
Wiktionary:
- armonizar → harmoniseren

Spaans

Uitgebreide vertaling voor armonizar (Spaans) in het Nederlands

armonizar:

armonizar werkwoord

armonizar (sintonizar; ajustar; adaptar a; regular; enfocar; ajustar a)
afstemmen; afstellen
- afstemmen werkwoord (stem af, stemt af, stemde af, stemden af, afgestemd)
- afstellen werkwoord (stel af, stelt af, stelde af, stelden af, afgesteld)
armonizar (concertar; consonar)
op een lijn brengen; tot een goed samengaand geheel maken; harmoniseren
- op een lijn brengen werkwoord
- tot een goed samengaand geheel maken werkwoord
- harmoniseren werkwoord (harmoniseer, harmoniseert, harmoniseerde, harmoniseerden, geharmoniseerd)

Conjugations for armonizar:

presente

armonizo
armonizas
armoniza
armonizamos
armonizáis
armonizan

imperfecto

armonizaba
armonizabas
armonizaba
armonizábamos
armonizabais
armonizaban

indefinido

armonicé
armonizaste
armonizó
armonizamos
armonizasteis
armonizaron

fut. de ind.

armonizaré
armonizarás
armonizará
armonizaremos
armonizaréis
armonizarán

condic.

armonizaría
armonizarías
armonizaría
armonizaríamos
armonizaríais
armonizarían

pres. de subj.

que armonice
que armonices
que armonice
que armonicemos
que armonicéis
que armonicen

imp. de subj.

que armonizara
que armonizaras
que armonizara
que armonizáramos
que armonizarais
que armonizaran

miscelánea

¡armoniza!
¡armonizad!
¡no armonices!
¡no armonicéis!
armonizado
armonizando

1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

Vertaal Matrix voor armonizar:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
afstellen		atonar; poner a tono; regular
afstemmen		ajuste; atonar; igualación; poner a tono; reglaje; regulación; regular; sincronización; sintonizar
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
afstellen	adaptar a; ajustar; ajustar a; armonizar; enfocar; regular; sintonizar	ajustar; regular; sintonizar
afstemmen	adaptar a; ajustar; ajustar a; armonizar; enfocar; regular; sintonizar	acondicionar; adaptar; ajustar; conciliar; declinar; denegar; descartar; desconocer; desestimar; encaminarse; formar; hacer volver; instalar; negar; no aceptar; no aprobar; no funcionar; rebatir; rechazar; rechazar por votación; regular; rehusar; renunciar a; repeler; sacudir; sincronizar; sintonizar; subastar; suspender
harmoniseren	armonizar; concertar; consonar
op een lijn brengen	armonizar; concertar; consonar
tot een goed samengaand geheel maken	armonizar; concertar; consonar

Synoniemen voor "armonizar":

harmonizar; conciliar; avenir; concertar; aproximar; acercar; arreglar; coordinar; combinar; pegar; ir; entonar; acoplar; ajustar
unificar; igualar; equiparar; equilibrar; uniformar; homogeneizar; normalizar; despersonalizar

Wiktionary: armonizar

armonizar

verb

standaardiseren
- harmoniseren → armonizar

Computer vertaling door derden: