Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. arboleda:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor arboleda (Spaans) in het Nederlands

arboleda:

arboleda [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la arboleda (bosque; manojo; haz)
    het bos
    – heleboel bomen bij elkaar 1
    • bos [het ~] zelfstandig naamwoord
      • we maakten een wandeling in het bos1
    het bosland; het geboomte; het woud
    • bosland [het ~] zelfstandig naamwoord
    • geboomte [het ~] zelfstandig naamwoord
    • woud [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor arboleda:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bos arboleda; bosque; haz; manojo fajo; fardo; lío; monte; paquete
bosland arboleda; bosque; haz; manojo
geboomte arboleda; bosque; haz; manojo
woud arboleda; bosque; haz; manojo selva

Verwante woorden van "arboleda":

  • arboledas

Synoniemen voor "arboleda":