Aproximación in het Nederlands vertaald uit het Spaans

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

aproximación:
- benaderingswijze; benadering; invalshoek; optiek; aantocht; nadering; in aantocht; opmars; voortgang
Wiktionary:
- aproximación → approximatie
- aproximación → aantocht, benadering, komst, benaderen, schatten, schatting

Spaans

Uitgebreide vertaling voor aproximación (Spaans) in het Nederlands

la aproximación (planteamiento; planteo; visión; óptica; ángulo; ángulo de incidencia; ángulo visual)
de benaderingswijze; de benadering; de invalshoek; de optiek
- benaderingswijze [de ~] zelfstandig naamwoord
- benadering [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- invalshoek [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- optiek [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
la aproximación (acercamiento; avance; marcha hacia adelante)
de aantocht
- aantocht [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
la aproximación (acercamiento)
de nadering; in aantocht
- nadering [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- in aantocht [znw.] zelfstandig naamwoord
la aproximación (marcha hacia adelante; avance; marcha; camino a pie; acercamiento)
de opmars; de voortgang
- opmars [de ~] zelfstandig naamwoord
- voortgang [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
aantocht	acercamiento; aproximación; avance; marcha hacia adelante
benadering	aproximación; planteamiento; planteo; visión; ángulo; ángulo de incidencia; ángulo visual; óptica
benaderingswijze	aproximación; planteamiento; planteo; visión; ángulo; ángulo de incidencia; ángulo visual; óptica
in aantocht	acercamiento; aproximación
invalshoek	aproximación; planteamiento; planteo; visión; ángulo; ángulo de incidencia; ángulo visual; óptica	aspecto; enfoque; modo de ver; modo de ver las cosas; perspectiva; posición; punto de vista; ángulo de incidencia; ángulo visual
nadering	acercamiento; aproximación
opmars	acercamiento; aproximación; avance; camino a pie; marcha; marcha hacia adelante
optiek	aproximación; planteamiento; planteo; visión; ángulo; ángulo de incidencia; ángulo visual; óptica
voortgang	acercamiento; aproximación; avance; camino a pie; marcha; marcha hacia adelante	adelanto; avance

aproximación

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• aproximación	→ aantocht; benadering; komst	↔ approach — the act of drawing near
• aproximación	→ benaderen; schatten	↔ approximation — act of approximating
• aproximación	→ schatting; benadering	↔ approximation — imprecise solution