Overzicht


Spaans

Uitgebreide vertaling voor appreciar (Spaans) in het Nederlands

appreciar:

appreciar werkwoord

  1. appreciar (conjeturar; sugerir; proponer; )
    adviseren; suggereren; raden; ingeven; iets aanraden
    • adviseren werkwoord (adviseer, adviseert, adviseerde, adviseerden, geadviseerd)
    • suggereren werkwoord (suggereer, suggereert, suggereerde, suggereerden, gesuggereerd)
    • raden werkwoord (raad, raadt, ried, rieden, geraden)
    • ingeven werkwoord (geef in, geeft in, gaf in, gaven in, ingegeven)
    • iets aanraden werkwoord
  2. appreciar (considerar; adivinar; estimar; conjeturar; hacer conjeturas)
    overwegen; afwegen; overdenken
    • overwegen werkwoord (overweeg, overweegt, overwoog, overwogen, overwogen)
    • afwegen werkwoord (weeg af, weegt af, woog af, wogen af, afgewogen)
    • overdenken werkwoord (overdenk, overdenkt, overdacht, overdachten, overdacht)

Vertaal Matrix voor appreciar:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afwegen consideración
overwegen consideración
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
adviseren adivinar; appreciar; conjeturar; estimar; hacer conjeturas; inspirar; pintar; presentar; proponer; provocar; representar; sugerir aconsejar; recomendar
afwegen adivinar; appreciar; conjeturar; considerar; estimar; hacer conjeturas calcular; comprobar; conmemorar; considerar; contemplar; estimar; estudiar; examinar; medir; pensar; pesar; reflectar; reflejar; reflexionar; reflexionar sobre; sopesar; tasar; valorar
iets aanraden adivinar; appreciar; conjeturar; estimar; hacer conjeturas; inspirar; pintar; presentar; proponer; provocar; representar; sugerir
ingeven adivinar; appreciar; conjeturar; estimar; hacer conjeturas; inspirar; pintar; presentar; proponer; provocar; representar; sugerir administrar; administrar medicamentos; dar; decir al oído; dictar; insinuar; inspirar; presentar; provocar; suministrar
overdenken adivinar; appreciar; conjeturar; considerar; estimar; hacer conjeturas agradar; conmemorar; considerar; contemplar; estudiar; examinar; fantasear; idear; meditar; pensar; reflectar; reflejar; reflexionar; reflexionar sobre
overwegen adivinar; appreciar; conjeturar; considerar; estimar; hacer conjeturas conferenciar; conmemorar; considerar; contemplar; deliberar; estudiar; examinar; meditar; pensar; reflectar; reflejar; reflexionar; reflexionar sobre
raden adivinar; appreciar; conjeturar; estimar; hacer conjeturas; inspirar; pintar; presentar; proponer; provocar; representar; sugerir adivinar; barruntar; conjeturar; especular; estimar; hacer conjeturas; presumir; presuponer; suponer
suggereren adivinar; appreciar; conjeturar; estimar; hacer conjeturas; inspirar; pintar; presentar; proponer; provocar; representar; sugerir lanzar; sugerir