Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. aplanamiento:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor aplanamiento (Spaans) in het Nederlands

aplanamiento:

aplanamiento [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el aplanamiento (derrumbamiento; baja; trampa; )
    de inzakking

Vertaal Matrix voor aplanamiento:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
inzakking aplanamiento; bache; baja; bajón; caída; colapso; crac; crisis; derrumbamiento; derrumbe; desmoronamiento; desplome; driza; fracaso; hundimiento; inclinación; recaída; recesión; ruina; trampa

Synoniemen voor "aplanamiento":