Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. anejo:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor anejo (Spaans) in het Nederlands

anejo:

anejo [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el anejo (ampliación; expansión; anexo; )
    de uitbouw; de aanbouw
    • uitbouw [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • aanbouw [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. el anejo (anexo; sucursal; dependencia; filial)
    het bijgebouw; de dependance

Vertaal Matrix voor anejo:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanbouw ampliación; anejo; anexo; dependencia; engrandecimiento; ensanche; expansión
bijgebouw anejo; anexo; dependencia; filial; sucursal
dependance anejo; anexo; dependencia; filial; sucursal delegación; dependencia; sucursal
uitbouw ampliación; anejo; anexo; dependencia; engrandecimiento; ensanche; expansión arco; cimbra; curva

Verwante woorden van "anejo":


Synoniemen voor "anejo":