Overzicht
Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...
- amonestar:
-
Wiktionary:
- amonestar → waarschuwen
- amonestar → vermanen, berispen, aanmanen, aansporen, manen, een standje geven, uitkafferen, beknorren, terechtwijzen, verwijten, brullen, bulderen, daveren, loeien, dreigen, bedreigen
Spaans
Uitgebreide vertaling voor amonestar (Spaans) in het Nederlands
amonestar:
-
amonestar (reprender; sacar; condenar; eliminar; reconvenir; borrar; arrebatar; culpar; iluminarse; amanecer; librarse de; notar; enjugar; clarear; hacer ver)
beschuldigen; verwijten; aanrekenen; voorhouden; blameren; voor de voeten gooien; berispen; aanwrijven; laken; nadragen; gispen-
voor de voeten gooien werkwoord
-
aanwrijven werkwoord
-
amonestar (señalar; regañar; criticar; reprender; reprobar; vituperar; reconvenir; declarar hereje)
-
amonestar (reprochar; desaparecer; arrebatar; amanecer; escandalizar)
aanrekenen; kwalijk nemen; iemand iets verwijten; aanwrijven-
kwalijk nemen werkwoord
-
iemand iets verwijten werkwoord
-
aanwrijven werkwoord
Conjugations for amonestar:
presente
- amonesto
- amonestas
- amonesta
- amonestamos
- amonestáis
- amonestan
imperfecto
- amonestaba
- amonestabas
- amonestaba
- amonestábamos
- amonestabais
- amonestaban
indefinido
- amonesté
- amonestaste
- amonestó
- amonestamos
- amonestasteis
- amonestaron
fut. de ind.
- amonestaré
- amonestarás
- amonestará
- amonestaremos
- amonestaréis
- amonestarán
condic.
- amonestaría
- amonestarías
- amonestaría
- amonestaríamos
- amonestaríais
- amonestarían
pres. de subj.
- que amoneste
- que amonestes
- que amoneste
- que amonestemos
- que amonestéis
- que amonesten
imp. de subj.
- que amonestara
- que amonestaras
- que amonestara
- que amonestáramos
- que amonestarais
- que amonestaran
miscelánea
- ¡amonesta!
- ¡amonestad!
- ¡no amonestes!
- ¡no amonestéis!
- amonestado
- amonestando
1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes
Vertaal Matrix voor amonestar:
Synoniemen voor "amonestar":
Wiktionary: amonestar
amonestar
Cross Translation:
verb
-
iemand verwittigen dat er mogelijke gevaren, problemen of gevolgen zijn
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• amonestar | → vermanen | ↔ admonish — warn or notify of a fault; exhort |
• amonestar | → berispen; aanmanen; aansporen | ↔ admonester — Faire une sévère réprimande à quelqu’un, sans condamner, mais avertit de ne pas recommencer. |
• amonestar | → manen; aanmanen; aansporen | ↔ engager — mettre en gage, donner en gage. |
• amonestar | → manen; aanmanen; aansporen | ↔ exhorter — exciter, encourager par ses paroles. |
• amonestar | → manen; aanmanen; aansporen; berispen; een standje geven; uitkafferen; beknorren; terechtwijzen; verwijten; brullen; bulderen; daveren; loeien; dreigen; bedreigen | ↔ gronder — Faire entendre un bruit sourd, parler des animaux, du tonnerre ou du vent. |
• amonestar | → manen; aanmanen; aansporen; beknorren; berispen; terechtwijzen; verwijten | ↔ réprimander — reprendre quelqu’un avec autorité, lui reprocher sa faute. |