Home ->Woordenboeken ->Spaans/Nederlands ->Vertaal amabilidad

Vertaal amabilidad van Spaans naar Nederlands

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

amabilidad:
- vriendelijkheid; aardigheid; hartelijkheid; vriendschappelijkheid; beminnelijkheid; goedaardigheid; welwillendheid; gunstige gezindheid; toeschietelijkheid
Wiktionary:
- amabilidad → beminnenswaardigheid, attentie, vriendelijke daad, vriendelijk woord, liefheid, voorkomendheid, vriendelijkheid

Spaans

Uitgebreide vertaling voor amabilidad (Spaans) in het Nederlands

amabilidad:

amabilidad [la ~] zelfstandig naamwoord

la amabilidad (cortesía; cordialidad; simpatía; benignidad; galantería; bondad; mansedumbre; jovialidad)
de vriendelijkheid; de aardigheid
- vriendelijkheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- aardigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
la amabilidad (amistosidad; afectividad; simpatía; hospitalidad; cordialidad; efusión; afabilidad; carácter amistoso)
de hartelijkheid; de vriendschappelijkheid
- hartelijkheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- vriendschappelijkheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
la amabilidad (afabilidad)
de beminnelijkheid
- beminnelijkheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
la amabilidad (ternura; bondad; dulzura; simpatía; suavidad; complacencia; mansedumbre; blandura; afabilidad; benignidad)
de goedaardigheid
- goedaardigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
la amabilidad (benevolencia; complacencia; cordialidad; afabilidad)
de welwillendheid; gunstige gezindheid
- welwillendheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- gunstige gezindheid [znw.] zelfstandig naamwoord
la amabilidad (accesibilidad)
de toeschietelijkheid
- toeschietelijkheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor amabilidad:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
aardigheid	amabilidad; benignidad; bondad; cordialidad; cortesía; galantería; jovialidad; mansedumbre; simpatía	brochazo; broma; cachondo; chiste; comarca; donaciones; donación; donativos; gracia; gusto; locura; paraje; pincelada; placer; rasgo; regalo; satisfacción
beminnelijkheid	afabilidad; amabilidad
goedaardigheid	afabilidad; amabilidad; benignidad; blandura; bondad; complacencia; dulzura; mansedumbre; simpatía; suavidad; ternura
gunstige gezindheid	afabilidad; amabilidad; benevolencia; complacencia; cordialidad
hartelijkheid	afabilidad; afectividad; amabilidad; amistosidad; carácter amistoso; cordialidad; efusión; hospitalidad; simpatía	afabilidad; afición; amor; apasionamiento; cariño; cordialidad; dulzura; hospitalidad; jovialidad; suavidad; ternura
toeschietelijkheid	accesibilidad; amabilidad
vriendelijkheid	amabilidad; benignidad; bondad; cordialidad; cortesía; galantería; jovialidad; mansedumbre; simpatía
vriendschappelijkheid	afabilidad; afectividad; amabilidad; amistosidad; carácter amistoso; cordialidad; efusión; hospitalidad; simpatía
welwillendheid	afabilidad; amabilidad; benevolencia; complacencia; cordialidad	benevolencia; blandura; bondad; clemencia; complacencia; condescendencia; consideración; dadivosidad; dulzura; garbo; generosidad; honestidad; honradez; indulgencia; largueza; liberalidad; misericordia; munificencia; suavidad; ternura; tolerancia

Synoniemen voor "amabilidad":

Wiktionary: amabilidad

Cross Translation:

From	To	Via
• amabilidad	→ beminnenswaardigheid	↔ lovableness — property that makes someone or something lovable
• amabilidad	→ attentie; vriendelijke daad; vriendelijk woord; liefheid; voorkomendheid; vriendelijkheid	↔ amabilité — qualité d’une personne aimable.

Verwante vertalingen van amabilidad

falta de amabilidad