Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. allá:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor allá (Spaans) in het Nederlands

allá:

allá bijvoeglijk naamwoord

  1. allá (por allá; allí; por allí)
    ginder; daar; daarginds; ginds
  2. allá (allí; ahí; por ese lado; por allí; por allá)
    daar; daarheen; die kant uit

Vertaal Matrix voor allá:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ginds allá; allí; por allá; por allí
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
daar ahí; allá; allí; por allá; por allí; por ese lado allí; dado que; en tanto que; mientras; mientras que; porque; puesto que; visto que; ya que
daarginds allá; allí; por allá; por allí
ginder allá; allí; por allá; por allí
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
daarheen ahí; allá; allí; por allá; por allí; por ese lado
die kant uit ahí; allá; allí; por allá; por allí; por ese lado

Synoniemen voor "allá":


Wiktionary: allá

allá
adverb
  1. op die plaats
noun
  1. deu: Jenseits

Cross Translation:
FromToVia
allá daar daörtlich, hinweisend: an dieser, jener Stelle, dort
allá daar over there — in that place
allá daar; ginder; ginds there — in or at that place

Verwante vertalingen van allá