Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. albor:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor albor (Spaans) in het Nederlands

albor:

albor [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el albor (madrugada; amanecer; alba)
    de morgenstond; vroege ochtenduren

Vertaal Matrix voor albor:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
morgenstond alba; albor; amanecer; madrugada
vroege ochtenduren alba; albor; amanecer; madrugada

Verwante woorden van "albor":

  • albores

Synoniemen voor "albor":


Wiktionary: albor

albor
noun
  1. het aanbreken van de dag

Cross Translation:
FromToVia
albor blankheid blancheur — Qualité de ce qui est blanc.