Overzicht
Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...
-
agudo:
- scherp; schel; schril; hoog; hard; snerpend; acuut; intelligent; pienter; schrander; beklemmend; smartelijk; nijpend; knellend; nauwlettend; met een scherp oog; adrem; bijdehand; snedig; gevat; raak; puntig; scherp gepunt; clever; slim; snugger; kien; uitgeslapen; doordringend; indringend; schel klinkend; handig; vaardig; bekwaam; behendig; kundig; intensief; intens; uitgekookt; spits; verbitterd; bitter teleurgesteld; vlijmscherp; vlijmend; felle; scherpklinkend; scherpzinnig
-
Wiktionary:
- agudo → acuut, scherp
- agudo → gevoelig, scherp, hoog, stekend, acuut, spits, bijtend, doordringend, fel, guur, schel, schril, snerpend, hatelijk, helder, fijn, spitsvondig, subtiel, ad rem, geestig, gevat, snedig, gekuist, geestelijk, mentaal, bits, snibbig, puntig, vooruitstrevend, merkwaardig, opmerkelijk, op de voorgrond tredend, prominent, uitstekend, vooruitstekend, spiritueel
Spaans
Uitgebreide vertaling voor agudo (Spaans) in het Nederlands
agudo:
-
agudo (penetrante; fuerte)
-
agudo (urgente; urgentemente)
-
agudo (inteligente; destacado; listo; buen mozo; brillante; juicioso; perspicaz; de buen ver)
intelligent; pienter; schrander-
intelligent bijvoeglijk naamwoord
-
pienter bijvoeglijk naamwoord
-
schrander bijvoeglijk naamwoord
-
-
agudo (acuciante; penetrante)
beklemmend; smartelijk; nijpend; knellend-
beklemmend bijvoeglijk naamwoord
-
smartelijk bijvoeglijk naamwoord
-
nijpend bijvoeglijk naamwoord
-
knellend bijvoeglijk naamwoord
-
-
agudo (atentamente; cautelosamente; atento; cauteloso; con minuciosidad; preciso; con ojo; sagaz; con exactitud; con precisión)
nauwlettend; met een scherp oog-
nauwlettend bijvoeglijk naamwoord
-
met een scherp oog bijvoeglijk naamwoord
-
-
agudo (pronto a la réplica; inteligente; listo; avispado; vivo; oportuno; aprovechado; ladino; zorro; ingenioso; despierto; afilado; astuto; diestro; vivaracho)
-
agudo (puntiagudo; en punto; fino; áspero; agrio; nítido; afilado; acre; enfilado)
-
agudo (afilado; guapa; listo; descansado; guapo; apuesto; bello; mañoso; astuto; inteligente; aprovechado; ingenioso; cortante; buen mozo; de buen ver)
-
agudo (penetrante; áspero; intenso; acre; fuerte; duro; agrio; severo; deslumbrante; estridente; chillón; encarnizado; con énfasis; con insistencia)
doordringend; scherp; indringend; schel klinkend-
doordringend bijvoeglijk naamwoord
-
scherp bijvoeglijk naamwoord
-
indringend bijvoeglijk naamwoord
-
schel klinkend bijvoeglijk naamwoord
-
-
agudo (diestro; experto; mañoso; capaz; listo; descansado; talentoso; aprovechado; despierto; atractivo; sofisticado; cortante; afilado; ingenioso; espabilado; experimentado; habilidoso; buen mozo)
-
agudo (intenso)
-
agudo (intensivo; intenso; muy; vigoroso; forzudo; fortachón; profundo; enérgico; intensamente; membrudo; con intensidad; fuerte; mucho; sincero; potente; vital; violento; profundamente; robusto; fornido; musculoso; muy fuerte; lacertoso; recio de músculos)
-
agudo (mentalmente vivo; afilado; puntiagudo; vivo; perspicaz; despierto; ingenioso)
-
agudo (fuerte; desierto; amargado; encarnizado; resentido; vivo; salvaje; apasionado; feroz; subido; árido; brusco; riguroso; intenso; rudo; tajante; furioso; rabioso; agresivo; cortante; estridente; mordaz; chillón; acre; mordido; vehemente; yermo; empedernido; enconado; inhóspito; torvo; cáustico; sañudo)
verbitterd; bitter teleurgesteld-
verbitterd bijvoeglijk naamwoord
-
bitter teleurgesteld bijvoeglijk naamwoord
-
-
agudo (muy afilado; fijo; liso; envarado; hosco; picudo; torpe; afilado; cortante; ceñido; chillón; áspero; rígido; severo; penoso; apretado; austero; tieso; picante; tenaz; nítido; tajante; adusto; hiriente; espabilado; estirado; mordaz; arisco; acre; vehemente; puntiagudo; acerado; parsimonioso; perspicaz; punzante; penetrante; hirsuto; encarnizado; cáustico; anquilosado; aguijoneador; afrentoso)
scherp; vlijmscherp; vlijmend-
scherp bijvoeglijk naamwoord
-
vlijmscherp bijvoeglijk naamwoord
-
vlijmend bijvoeglijk naamwoord
-
-
agudo (vehemente; fuerte; vivo; apasionado; feroz; árido; brusco; riguroso; intenso; rudo; tajante; amargado; rabioso; agresivo; resentido; cortante; estridente; mordaz; chillón; acre; mordido; yermo; empedernido; enconado; encarnizado; torvo; cáustico; sañudo)
-
agudo (estridente)
scherpklinkend-
scherpklinkend bijvoeglijk naamwoord
-
-
agudo (mañoso; cortante; hermoso; listo; perito; ingenioso; talentoso; habilidoso; bonito; claro; preciso; apretado; ducho; acre; sagaz; versado; rácano; bello; atractivo; áspero; inteligente; oportuno; penoso; doloroso; ajustado; puntiagudo; punzante; buen mozo; de buen ver)
slim; scherpzinnig; gevat; schrander; uitgeslapen; snedig-
slim bijvoeglijk naamwoord
-
scherpzinnig bijvoeglijk naamwoord
-
gevat bijvoeglijk naamwoord
-
schrander bijvoeglijk naamwoord
-
uitgeslapen bijvoeglijk naamwoord
-
snedig bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor agudo:
Verwante woorden van "agudo":
Synoniemen voor "agudo":
Wiktionary: agudo
agudo
Cross Translation:
adjective
Cross Translation: