Home ->Woordenboeken ->Spaans/Nederlands ->Vertaal adelgazaste

Vertaal adelgazaste van Spaans naar Nederlands

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

adelgazar:
- afvallen; vermageren; afslanken; afkleden
- vermageren; afvallen; uitmergelen; afslanken; vermagering
Wiktionary:
- adelgazar → afvallen, vermageren
- adelgazar → afnemen, van zonden ontslaan, louteren, reinigen, schoonmaken, vegen, zuiveren

Spaans

Uitgebreide vertaling voor adelgazaste (Spaans) in het Nederlands

adelgazaste vorm van adelgazar:

adelgazar werkwoord

adelgazar (perder peso)
afvallen; vermageren
- afvallen werkwoord (val af, valt af, viel af, vielen af, afgevallen)
- vermageren werkwoord (vermager, vermagert, vermagerde, vermagerden, vermagerd)
adelgazar
afslanken
- afslanken werkwoord (slank af, slankt af, slankte af, slankten af, afgeslankt)
adelgazar
afkleden
- afkleden werkwoord (kleed af, kleedt af, kleedde af, kleedden af, afgekleed)

Conjugations for adelgazar:

presente

adelgazo
adelgazas
adelgaza
adelgazamos
adelgazáis
adelgazan

imperfecto

adelgazaba
adelgazabas
adelgazaba
adelgazábamos
adelgazabais
adelgazaban

indefinido

adelgacé
adelgazaste
adelgazó
adelgazamos
adelgazasteis
adelgazaron

fut. de ind.

adelgazaré
adelgazarás
adelgazará
adelgazaremos
adelgazaréis
adelgazarán

condic.

adelgazaría
adelgazarías
adelgazaría
adelgazaríamos
adelgazaríais
adelgazarían

pres. de subj.

que adelgace
que adelgaces
que adelgace
que adelgacemos
que adelgacéis
que adelgacen

imp. de subj.

que adelgazara
que adelgazaras
que adelgazara
que adelgazáramos
que adelgazarais
que adelgazaran

miscelánea

¡adelgaza!
¡adelgazad!
¡no adelgaces!
¡no adelgacéis!
adelgazado
adelgazando

1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

adelgazar [el ~] zelfstandig naamwoord

el adelgazar (enflaquecer)
vermageren; het afvallen; uitmergelen; afslanken; de vermagering
- vermageren [znw.] zelfstandig naamwoord
- afvallen [het ~] zelfstandig naamwoord
- uitmergelen [znw.] zelfstandig naamwoord
- afslanken [znw.] zelfstandig naamwoord
- vermagering [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor adelgazar:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
afslanken	adelgazar; enflaquecer
afvallen	adelgazar; enflaquecer
uitmergelen	adelgazar; enflaquecer
vermageren	adelgazar; enflaquecer
vermagering	adelgazar; enflaquecer
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
afkleden	adelgazar
afslanken	adelgazar
afvallen	adelgazar; perder peso	abandonar; decepcionar; dejar; dejar de; desemprender; desenganchar; desentenderse; desilusionar; desprenderse; desvincular; frustrar; parar; quedar eliminado; retirarse; salir; salir de; soltar
vermageren	adelgazar; perder peso

Synoniemen voor "adelgazar":

ahilar; afinarse; estilizarse; enflaquecer; rebajar
estilizar; afinar; espigarse
laminar; aplastar; comprimir; aplanar; alisar; chapar; rebanar

Wiktionary: adelgazar

adelgazar

verb

gewicht verliezen.
- afvallen → adelgazar
aan lichaamsgewicht verliezen
- vermageren → enflaquecer; adelgazar

Cross Translation:

From	To	Via
• adelgazar	→ afnemen	↔ abnehmen — kleiner oder weniger werden
• adelgazar	→ van zonden ontslaan; louteren; reinigen; schoonmaken; vegen; zuiveren	↔ purifier — rendre pur, ôter ce qu’il y a d’impur, de grossier, d’étranger.