Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. acudir:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor acudir (Spaans) in het Nederlands

acudir:

acudir werkwoord

  1. acudir (aparecer; presentarse; mostrarse)
    opkomen; verschijnen; opduiken; opdagen
    • opkomen werkwoord (kom op, komt op, kwam op, kwamen op, opgekomen)
    • verschijnen werkwoord (verschijn, verschijnt, verscheen, verschenen, verschenen)
    • opduiken werkwoord (duik op, duikt op, dook op, doken op, opgedoken)
    • opdagen werkwoord (daag op, daagt op, daagde op, daagden op, opgedaagd)
  2. acudir (acercarse andando a pie)
    aanlopen; komen aanlopen
  3. acudir
    toelopen
    • toelopen werkwoord (loop toe, loopt toe, liep toe, liepen toe, toegelopen)
  4. acudir (acercarse)
    erbij komen
    • erbij komen werkwoord (kom erbij, komt erbij, kwam erbij, kwamen erbij, erbij gekomen)

Conjugations for acudir:

presente
  1. acudo
  2. acudes
  3. acude
  4. acudimos
  5. acudís
  6. acuden
imperfecto
  1. acudía
  2. acudías
  3. acudía
  4. acudíamos
  5. acudíais
  6. acudían
indefinido
  1. acudí
  2. acudiste
  3. acudió
  4. acudimos
  5. acudisteis
  6. acudieron
fut. de ind.
  1. acudiré
  2. acudirás
  3. acudirá
  4. acudiremos
  5. acudiréis
  6. acudirán
condic.
  1. acudiría
  2. acudirías
  3. acudiría
  4. acudiríamos
  5. acudiríais
  6. acudirían
pres. de subj.
  1. que acuda
  2. que acudas
  3. que acuda
  4. que acudamos
  5. que acudáis
  6. que acudan
imp. de subj.
  1. que acudiera
  2. que acudieras
  3. que acudiera
  4. que acudiéramos
  5. que acudierais
  6. que acudieran
miscelánea
  1. ¡acude!
  2. ¡acudid!
  3. ¡no acudas!
  4. ¡no acudáis!
  5. acudido
  6. acudiendo
1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

Vertaal Matrix voor acudir:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
verschijnen aparecer; aparición; presentación; presentarse
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanlopen acercarse andando a pie; acudir
erbij komen acercarse; acudir
komen aanlopen acercarse andando a pie; acudir
opdagen acudir; aparecer; mostrarse; presentarse
opduiken acudir; aparecer; mostrarse; presentarse aparecer; aparecer de nuevo; emerger; presentarse; sacar buceando; sacar del agua; surgir
opkomen acudir; aparecer; mostrarse; presentarse
toelopen acudir
verschijnen acudir; aparecer; mostrarse; presentarse acontecer; aparecer; comparecer; mostrarse; ocurrir; presentarse; resultar

Synoniemen voor "acudir":


Wiktionary: acudir


Cross Translation:
FromToVia
acudir toelopen; toeschieten; toesnellen accourircourir, venir promptement en un lieuquelque chose ou quelqu’un nous attirer.

Verwante vertalingen van acudir