Home ->Woordenboeken ->Spaans/Nederlands ->Vertaal acecho

Vertaal acecho van Spaans naar Nederlands

Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. acecho:
  2. acechar:
  3. Wiktionary:

Spaans

Uitgebreide vertaling voor acecho (Spaans) in het Nederlands

acecho:

acecho [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el acecho (señuelo; anzuelo; cebo)
    de streek; de loer
    • streek [de ~] zelfstandig naamwoord
    • loer [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. el acecho (anzuelo; reclamo; cebo; señuelo)
    de aas; het lokaas; het lokmiddel
    • aas [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • lokaas [het ~] zelfstandig naamwoord
    • lokmiddel [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor acecho:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aas acecho; anzuelo; cebo; reclamo; señuelo
loer acecho; anzuelo; cebo; señuelo
lokaas acecho; anzuelo; cebo; reclamo; señuelo
lokmiddel acecho; anzuelo; cebo; reclamo; señuelo
streek acecho; anzuelo; cebo; señuelo canallada; capas; comarca; distrito; jugada; jugarreta; locura; lugar; paraje; provincia; región; rincón; sitio; territorio; zona

Verwante woorden van "acecho":

  • acechos

Synoniemen voor "acecho":


acecho vorm van acechar:

acechar werkwoord

  1. acechar (mirar; espiar)
    koekeloeren
    • koekeloeren werkwoord (koekeloer, koekeloert, koekeloerde, koekeloerden, gekoekeloerd)
  2. acechar (espiar)
    loeren; scherp kijken
  3. acechar (mirar a escondidas; espiar)
    stiekem kijken; gluren
  4. acechar (espiar; atisbar)
    beloeren
    • beloeren werkwoord (beloer, beloert, beloerde, beloerden, beloerd)
  5. acechar
    gluren; loeren
    • gluren werkwoord (gluur, gluurt, gluurde, gluurden, gegluurd)
    • loeren werkwoord (loer, loert, loerde, loerden, geloerd)

Conjugations for acechar:

presente
  1. acecho
  2. acechas
  3. acecha
  4. acechamos
  5. acecháis
  6. acechan
imperfecto
  1. acechaba
  2. acechabas
  3. acechaba
  4. acechábamos
  5. acechabais
  6. acechaban
indefinido
  1. aceché
  2. acechaste
  3. acechó
  4. acechamos
  5. acechasteis
  6. acecharon
fut. de ind.
  1. acecharé
  2. acecharás
  3. acechará
  4. acecharemos
  5. acecharéis
  6. acecharán
condic.
  1. acecharía
  2. acecharías
  3. acecharía
  4. acecharíamos
  5. acecharíais
  6. acecharían
pres. de subj.
  1. que aceche
  2. que aceches
  3. que aceche
  4. que acechemos
  5. que acechéis
  6. que acechen
imp. de subj.
  1. que acechara
  2. que acecharas
  3. que acechara
  4. que acecháramos
  5. que acecharais
  6. que acecharan
miscelánea
  1. ¡acecha!
  2. ¡acechad!
  3. ¡no aceches!
  4. ¡no acechéis!
  5. acechado
  6. acechando
1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

Vertaal Matrix voor acechar:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
loeren espiar
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
beloeren acechar; atisbar; espiar
gluren acechar; espiar; mirar a escondidas espiar; mirar a escondidas
koekeloeren acechar; espiar; mirar
loeren acechar; espiar
scherp kijken acechar; espiar
stiekem kijken acechar; espiar; mirar a escondidas

Synoniemen voor "acechar":


Wiktionary: acechar

acechar
verb
  1. agressief zijn jegens iemand
  2. iemand onopgemerkt in de gaten houden
Cross Translation:
FromToVia
• acechar → stalken ↔ stalk — to (try to) follow or contact someone constantly, often resulting in harassment
• acechar → samenspannen; belagen ↔ comploter — Faire un complot, projeter, machiner un dessein criminel contre quelqu’un.
• acechar → bespioneren; op de uitkijk staan ↔ guetter — épier, observer à dessein de surprendre.
• acechar → bespioneren; op de uitkijk staan ↔ épier — Traductions à trier suivant le sens







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0261 seconde
Page rendered in 1.0 seconds