Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. abscesos:
  2. absceso:
  3. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor abscesos (Spaans) in het Nederlands

abscesos:

abscesos [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el abscesos
    de zweren
    • zweren [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

Vertaal Matrix voor abscesos:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
zweren abscesos
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
zweren chinchar; hacer un juramento; jurar; prestar juramento

Verwante woorden van "abscesos":


abscesos vorm van absceso:

absceso [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el absceso
    het abces
    • abces [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. el absceso (llaga; úlcera)
    de zweer; etterende wond
  3. el absceso (forúnculo; furúnculo)
    de steenpuist; de etterbuil

Vertaal Matrix voor absceso:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
abces absceso
etterbuil absceso; forúnculo; furúnculo
etterende wond absceso; llaga; úlcera
steenpuist absceso; forúnculo; furúnculo granito; hinchamiento; hinchazón
zweer absceso; llaga; úlcera

Verwante woorden van "absceso":


Synoniemen voor "absceso":


Wiktionary: absceso

absceso
noun
  1. een ophoping van pus in het lichaam, daarbij een onnatuurlijke holte vormend

Cross Translation:
FromToVia
absceso abces; etterbuil abscess — cavity filled with pus
absceso abces; etterbuil; ettergezwel abcès — médecine|fr Poche de pus dans une cavité formée au dépens des tissus environnants.