Spaans
Uitgebreide vertaling voor abrochado (Spaans) in het Nederlands
abrochado:
-
abrochado (fijado; pegado; sujeto; atado)
vastgemaakt-
vastgemaakt bijvoeglijk naamwoord
-
-
abrochado (abotonado; atado)
dichtgeknoopt-
dichtgeknoopt bijvoeglijk naamwoord
-
-
el abrochado
Vertaal Matrix voor abrochado:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
dichtgespen | abrochado | |
dichtsnoeren | abrochado | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
dichtgespen | cerrar con hebilla | |
dichtsnoeren | atar; cerrar con hebilla; enlazar | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
dichtgeknoopt | abotonado; abrochado; atado | |
vastgemaakt | abrochado; atado; fijado; pegado; sujeto |