Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. abrochado:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor abrochado (Spaans) in het Nederlands

abrochado:

abrochado bijvoeglijk naamwoord

  1. abrochado (fijado; pegado; sujeto; atado)
    vastgemaakt
  2. abrochado (abotonado; atado)
    dichtgeknoopt

abrochado [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el abrochado
    dichtsnoeren; dichtgespen

Vertaal Matrix voor abrochado:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dichtgespen abrochado
dichtsnoeren abrochado
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dichtgespen cerrar con hebilla
dichtsnoeren atar; cerrar con hebilla; enlazar
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dichtgeknoopt abotonado; abrochado; atado
vastgemaakt abrochado; atado; fijado; pegado; sujeto

Verwante woorden van "abrochado":

  • abrochada, abrochadas, abrochados