Spaans

Uitgebreide vertaling voor útiles (Spaans) in het Nederlands

útiles:

útiles [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el útiles (artículos; menesters; enseres)
    benodigdheid; het materiaal

Vertaal Matrix voor útiles:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
benodigdheid artículos; enseres; menesters; útiles
materiaal artículos; enseres; menesters; útiles artículo; chismes; cosa; material; material básico; substancia

Verwante woorden van "útiles":


Synoniemen voor "útiles":


útiles vorm van útil:

útil bijvoeglijk naamwoord

  1. útil (práctico; manejable)
    nuttig; handig
  2. útil (utilizable; servible)
    nuttig; bruikbaar; inzetbaar; handig; werkbaar
  3. útil (utilizable; valioso; servible; )
    bruikbare

Vertaal Matrix voor útil:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bruikbaar servible; utilizable; útil fecundo; fructífero; fértil; lucrativo; rentable
handig manejable; práctico; servible; utilizable; útil afilado; agudo; aprovechado; atractivo; buen mozo; capaz; cortante; descansado; despierto; diestro; espabilado; experimentado; experto; habilidoso; ingenioso; listo; mañoso; sofisticado; talentoso
inzetbaar servible; utilizable; útil
nuttig manejable; práctico; servible; utilizable; útil fecundo; fructífero; fértil; lucrativo; práctico; rentable
werkbaar servible; utilizable; útil
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bruikbare aprovechable; aprovechado; de fácil manejo; diestro; digno de mérito; ducho; factible; habilidoso; hábil; inapreciable; inestimable; manejable; mañoso; meritorio; servible; utilizable; valioso; viable; útil

Verwante woorden van "útil":


Synoniemen voor "útil":


Wiktionary: útil

útil
adjective
  1. van nut zijnde

Cross Translation:
FromToVia
útil behulpzaam helpful — furnishing help; giving aid; useful
útil nuttig; bruikbaar; dienstig useful — having a practical or beneficial use
útil bruikbaar; geschikt; doelmatig; gemakkelijk; gepast; passend; betamelijk; toepasselijk; behoorlijk; fatsoenlijk; keurig; voegzaam; welvoeglijk convenable — Qui est approprier, qui convient à quelqu’un ou à quelque chose.
útil bruikbaar; geschikt; goedgezind; gunstig; toegenegen; welgezind; lievelings- propice — Qui est favorable, en parlant de divinité, toute puissance, ou autorité dont nous pouvoir dépendre.
útil nuttig utile — Qui est profitable, avantageux, qui servir à quelque chose.

Verwante vertalingen van útiles