Último in het Nederlands vertaald uit het Spaans

Remove Ads

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

último:
- laatste; achterste; finaal; vorig; afgelopen; verleden; allerlaatst; allerlaatste; uiteindelijk; hoogst
- laatste; achterste; de laatste van de rij; hekkensluiter; de laatste van de stoet
Wiktionary:
- último → laatst
- último → finale, laatste, finaal, ultiem, definitief, vorig, afgelopen, laatst, jongstleden, dichtsbijzijnde

Spaans

Uitgebreide vertaling voor último (Spaans) in het Nederlands

último:

último bijvoeglijk naamwoord

último (a fin de cuentas; final; al final; finalmente; al fin; definitivo; irremediable; ineludible; irrevocable; en último lugar; decisivo; inevitable; irreparable)
laatste; achterste; finaal
- laatste bijvoeglijk naamwoord
- achterste bijvoeglijk naamwoord
- finaal bijvoeglijk naamwoord
último (anterior; pasado)
vorig; afgelopen; verleden
- vorig bijvoeglijk naamwoord
- afgelopen bijvoeglijk naamwoord
- verleden bijvoeglijk naamwoord
último
allerlaatst; allerlaatste
- allerlaatst bijwoord
- allerlaatste bijvoeglijk naamwoord
último
uiteindelijk; hoogst
- uiteindelijk bijvoeglijk naamwoord
- hoogst bijwoord

último [el ~] zelfstandig naamwoord

el último (última)
laatste; het achterste
- laatste [znw.] zelfstandig naamwoord
- achterste [het ~] zelfstandig naamwoord
el último (el último; última)
laatste; de laatste van de rij; de hekkensluiter; de laatste van de stoet
- laatste [znw.] zelfstandig naamwoord
- de laatste van de rij [znw.] zelfstandig naamwoord
- hekkensluiter [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- de laatste van de stoet [znw.] zelfstandig naamwoord
el último (el último; última)
de hekkensluiter
- hekkensluiter [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor último:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
achterste	última; último	culo; nalgas
de laatste van de rij	el último; última; último
de laatste van de stoet	el último; última; último
hekkensluiter	el último; última; último
laatste	el último; última; último
verleden		pasado
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
afgelopen	anterior; pasado; último	acabado; completo; concluido; concluído; efectuado; listo; llevado a cabo; pasado; perfecto; preparado; pronto; realizado; terminado; ultimado
allerlaatste	último
finaal	a fin de cuentas; al fin; al final; decisivo; definitivo; en último lugar; final; finalmente; ineludible; inevitable; irremediable; irreparable; irrevocable; último	absolutamente; absoluto; completamente; completo; del todo; enteramente; entero; incondicional; indiscutible; pertinente; por completo; sin limitación; sin reservas; total; totalmente; íntegro
uiteindelijk	último	a fin de cuentas; al fin; al fin y al cabo; al final; en último lugar; final; finalmente; por fin; por último
verleden	anterior; pasado; último
vorig	anterior; pasado; último
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
allerlaatst	último
hoogst	último	excesivamente; extraordinario; extremadamente; lo más alto; lo supremo; sumamente; supremo
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
achterste	a fin de cuentas; al fin; al final; decisivo; definitivo; en último lugar; final; finalmente; ineludible; inevitable; irremediable; irreparable; irrevocable; último
laatste	a fin de cuentas; al fin; al final; decisivo; definitivo; en último lugar; final; finalmente; ineludible; inevitable; irremediable; irreparable; irrevocable; último	avanzado; de alta tecnología; lo último

Verwante woorden van "último":

última, últimas, últimos

Synoniemen voor "último":

benjamín; menor; pequeño
beocio
postrero; postrer; posterior; final; extremo; zaguero

Wiktionary: último

último

adjective

overtreffende trap van laat
- laatst → último

Cross Translation:

From	To	Via
• último	→ finale	↔ final — the last one, the ending
• último	→ laatste; finaal; ultiem; definitief	↔ final — last; ultimate
• último	→ vorig; afgelopen; laatst	↔ last — Most recent
• último	→ laatst	↔ last — Final
• último	→ laatste	↔ latter — near (or nearer) to the end
• último	→ jongstleden; dichtsbijzijnde	↔ latter — close (or closer) to the present time
• último	→ definitief	↔ ultimate — last or final in a series
• último	→ laatst; laatste	↔ dernier — Dans un ensemble trié, l’élément qui arrive après tous les autres.

Verwante vertalingen van último

Remove Ads

Vertaal último van Spaans naar Nederlands

Uitgebreide vertaling voor último (Spaans) in het Nederlands

último:

último bijvoeglijk naamwoord

último (a fin de cuentas; final; al final; finalmente; al fin; definitivo; irremediable; ineludible; irrevocable; en último lugar; decisivo; inevitable; irreparable)

último (anterior; pasado)

último

último

último [el ~] zelfstandig naamwoord

el último (última)

el último (el último; última)

el último (el último; última)

Vertaal Matrix voor último:

Verwante woorden van "último":

Synoniemen voor "último":

Wiktionary: último

Verwante vertalingen van último