Home ->Woordenboeken ->Spaans/Nederlands ->Vertaal ávido

Vertaal ávido van Spaans naar Nederlands

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

ávido:
- gretig; happig; verlangend; begerend; verzot
Wiktionary:
- ávido → begerig
- ávido → begerig, hebzuchtig, belust, gretig, happig, verlekkerd

Spaans

Uitgebreide vertaling voor ávido (Spaans) in het Nederlands

ávido:

ávido bijvoeglijk naamwoord

ávido (ansioso)
gretig; happig
- gretig bijvoeglijk naamwoord
- happig bijvoeglijk naamwoord
ávido (ansioso; codicioso; voraz; deseoso; anhelante)
verlangend; begerend
- verlangend bijvoeglijk naamwoord
- begerend bijvoeglijk naamwoord
ávido (loco por; codicioso; deseoso de)
verzot
- verzot bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor ávido:

Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
gretig	ansioso; ávido
happig	ansioso; ávido	codicioso; deseoso de; loco por
verzot	codicioso; deseoso de; loco por; ávido
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
begerend	anhelante; ansioso; codicioso; deseoso; voraz; ávido
verlangend	anhelante; ansioso; codicioso; deseoso; voraz; ávido	ansioso; deseoso; languidamente; lánguido; suspirando por

Verwante woorden van "ávido":

ávida, ávidas, ávidos

Synoniemen voor "ávido":

famélico; hambriento; ansioso; necesitado; pordiosero; indigente; desamparado

Wiktionary: ávido

ávido

adjective

vol verlanging iets te verkrijgen waar men vaak geen recht op heeft
- begerig → ávido

Cross Translation:

From	To	Via
• ávido	→ begerig	↔ eager — excited by desire in the pursuit of any object
• ávido	→ hebzuchtig	↔ greedy — having greed; consumed by selfish desires
• ávido	→ begerig; belust; gretig; happig; verlekkerd	↔ avide — Qui a de l’avidité